Novemberwintertje wordt niet vaak door koude winter gevolgd

Foto boven: Een laag sneeuw van 6 centimeter in Velp, de ochtend van 22 november 2024 nadat een polar low was gepasseerd - Grieta Spannenburg

De laatste herfstmaand, november is vandaag van start gegaan. Normaal is dit voor mensen die van de winter houden het moment waarop ze kriebels in de buik zouden moeten krijgen. Omdat de volgende maand, december de eerste van de winter is. En omdat november de maand van de mogelijk eerste winterse speldenprikjes is. Maar het gebeurt allemaal steeds minder vaak. En wat zit daar nu precies achter?

In 1980 viel in de eerste novemberweek al een dikke laag sneeuw en vroor het meerdere nachten achter elkaar. Op 3 november kwam het kwik zelfs het hele etmaal niet boven nul. Daarmee was het de vroegste ijsdag ooit. De sneeuw viel op 6 en 7 november. Vooral in een min of meer west-oost gerichte strook over het midden van het land lag rond 15 centimeter.

Een laag sneeuw van 6 centimeter in Velp, de ochtend van 22 november 2024 nadat een polar low was gepasseerd - Grieta Spannenburg
Een laag sneeuw van 6 centimeter in Velp, de ochtend van 22 november 2024 nadat een polar low was gepasseerd - Grieta Spannenburg

Ook in 1985 hadden we veel winterweer, met sneeuw en ook vorst. In De Bilt kwam het in 16 nachten tot lichte vorst, twee dagen bleef het heel de dag vriezen. Meerdere keren viel dus sneeuw. Met een gemiddelde temperatuur van 2,6 graden staat november 1985 nog steeds op een vierde plaats op de lijst van koudste novembermaanden sinds 1901.

Advertentie

Nog gekker was het in 1993

Nog gekker was het in 1993. Toen kwam de vorst in de tweede helft van november en stonden we voordat we het wisten op veel plaatsen op de schaats. Tegen het einde van de maand werden zelfs enkele toertochten gehouden. Het vroor die maand in De Bilt in 15 nachten, waarvan 5 keer matig (lager dan -5 graden). Op 5 dagen bleef het kwik het gehele etmaal onder nul. Deze novembermaand was de op twee na koudste sinds de start van de metingen.

Daarna hebben we in 1998, in 2010 aan het einde van november en ook in 2023 en 2024 in de tweede novemberhelft nog wat ‘winterweer’ gehad, vorig jaar met de passage van een soort polar low dat op 22 november in de buurt van Arnhem plaatselijk 8 centimeter sneeuw bracht.

Meestal volgde op novemberkou in de winter niets meer

Meestal kwam er op de vroege novemberkou in de winters daarna geen duidelijk vervolg meer. November 1985 vormde daarop natuurlijk de uitzondering, want werd gevolgd door de Elfstedenwinter van 1986. Ook in de winter van 1994, die op november 1993 volgde, zat in de februarimaand nog een vorstperiode.

Tegenwoordig lijkt het niet meer uit te maken wanneer het koud wordt, een vervolg komt er vrijwel nooit meer. De Nederlandse winter dreigt slachtoffer van de klimaatverandering te worden. Maar waar komt de teloorgang van de winter bij ons nu echt vandaan?

Advertentie

Met langdurig oostenwind moet het nog steeds koud kunnen worden

Als de wind langere tijd uit het oosten waait, zou het toch nog steeds koud moeten kunnen worden? In een eerder verhaal op deze site bespraken we de resultaten van een onderzoek, uitgevoerd door diverse Europese wetenschappers, naar de vraag of een herhaling van ‘de winter van 1963’ in het tegenwoordige klimaat nog mogelijk zo zijn? En ook naar hoe de gemiddelde temperatuur in zo’n winter er in de moderne tijd dan zou uitzien?

Het antwoord op de eerste vraag was niet ronduit nee. De wetenschappers concludeerden dat een herhaling van een ‘winter van 1963’ in de huidige tijd niet onmogelijk is. Maar ook dat de kans erop wel heel klein is geworden. Verder stelden ze vast dat een herhaling van die legendarische winter van toen binnen de huidige context een gemiddelde temperatuur zou kunnen opleveren die tussen 1,7 en 1,9 graden hoger uitpakt dan destijds. Maar ook dan zou je, zeker met de ervaringen van nu, wel van een machtige winter kunnen spreken.

Geen dwingend bewijs voor definitief veranderd stromingspatroon

Een laatste en zeer interessante vaststelling van de onderzoekers was dat ze geen dwingend bewijs konden vinden voor de stelling dat de wind in de winters voortaan alleen nog maar vanuit het zuidwesten zou moeten waaien. Ze zijn het ermee eens dat dit de laatste tientallen jaren wel vaak het geval is geweest, maar sluiten een overgang naar een situatie, waarin de wind tijdens de winters ook weer vaker oostelijk of noordoostelijk is, zeker niet uit.

En dan toch die vraag: waarom gebeurt dit dan al lange tijd dan juist niet meer? Waarom is de wind in de winter zo vaak zuidwestelijk en komen koude stromingen minder voor?

Eerst de drukverdeling, daarna het weer

Om te begrijpen waarom het zo weinig meer lukt, moeten we eerst naar het weer als geheel kijken. Door onze manier van werken, waarin weerkaarten een grote rol spelen, zijn we sterk geneigd ervan uit te gaan dat een drukverdeling eerst komt en pas daarna het weer. En dat het weer dus een gevolg is van de drukverdeling die eraan voorafgaat. Of in andere woorden wordt afgedwongen door de ligging van hoge- en lagedrukgebieden en bijbehorende storingen en fronten. Eerst de weerkaart dus en daarna het weer. Zo voelen we het nu.

Maar andersom zou je ook kunnen beredeneren dat je eerst het weer hebt en pas daarna de weerkaart. Dat de ligging van hoge- en lagedrukgebieden met bijbehorende storingen en fronten een gevolg is van de manier waarop de lucht over de aarde stroomt. Eerst het weer dus, in deze gedachtegang, en pas als een reactie daarop de weerkaart.

Op een andere manier kijken

Op die manier kijken we er maar weinig tegenaan. Bij het begrijpen van de redenen waarom het met de winter in Nederland niet meer zo wil, kan het wel heel inzichtelijk zijn om een keer op die andere manier te kijken. Laten we het eens proberen.

De winter op het noordelijk halfrond begint als op de Noordpool de zon ondergaat en de poolnacht aanvangt. Doordat zonnestraling de regio niet meer bereikt, koelt het binnen de poolcirkel af. Er vormt zich een poel, gevuld met koude lucht. Een poel die, als de poolnacht vordert, steeds groter wordt. Zie het als een meer dat vol water stroomt. Een poel die hoog in de stratosfeer ook nog eens door de winterse poolwervel wordt afgebakend en vastgehouden.

Vroeger liep de koudepoel vaak over

Vroeger was het zo dat die poel, zodra hij vol zat, overliep. Koude lucht brak dan uit vanuit het poolgebied, stroomde daar vandaan weg en wist ook regio’s die zich veel verder naar het zuiden bevonden te bereiken. Daar werd het dan ook voor kortere of langere tijd winter.

Wat je op de weerkaarten zag, waren de klassieke drukverdelingen, die bij die uitbraken van kou hoorden. In de Nederlandse situatie kun je dan denken aan hogedrukgebieden boven Scandinavië, met bij ons de bijbehorende oostelijke tot noordoostelijke winden. Of hogedruk bij IJsland en Groenland, met bij ons de noordenwinden die de koude lucht aanvoerden. Altijd gecombineerd met een straalstroom die ver naar het zuiden afzakte.

Doordat de koudepoel rond de Noorpool vol was en de koude lucht begon uit te breken, zagen we op de kaarten die klassieke drukverdelingen ontstaan. Als een reactie op een ontwikkeling dus en om die uitbraken van kou te faciliteren.

Wij bekeken het echter andersom. Eerst veranderde de drukverdeling, pas daarna en als een reactie hierop brak vervolgens de koude lucht uit. Het is het klassieke kip en ei verhaal. Dat overal in het weer een zo’n grote rol speelt.

Nu is de koudepoel veel kleiner

Nu we al tientallen jaren in een periode van snelle klimaatverandering leven, wordt de koudepoel rond de Noordpool in de winter steeds kleiner. Alles schuift naar het noorden op. De Sahara probeert in het zuiden van Europa de Middellandse Zee over te steken. Het weer, dat vroeger in het zuiden van Frankrijk normaal was, ligt in grote lijnen nu bij ons. En het weer dat wij in Nederland altijd hadden, is nu normaal in de zuidelijke helft van Scandinavië.

Doordat de koudepoel in de winter een stuk kleiner is geworden, is de kans dat hij op de manier van vroeger overloopt, ook veel geringer. Daarbij liggen we er ook nog eens verder vandaan. Niet alleen is er minder kou voorradig, maar hij moet ook een grotere afstand afleggen. Daarbij ligt de straalstroom een stuk noordelijker, met Nederland vaak aan de warme kant.

Straalstroom wordt in de winter sterker

Bovendien lijkt de straalstroom gedurende de wintermaanden alleen maar sterker te worden, doordat warme lucht vanuit het zuiden dichterbij het poolgebied ligt dan vroeger en de temperatuurverschillen aan weerszijden verder lijken toe te nemen. Klimaatverandering staat ook in de subtropen niet stil: de temperaturen gaan er net als bij ons omhoog.

Vergelijk het met een zee. De grens tussen het water en het land bevindt zich op het strand. Als je daar ligt, kun je zowel met het water als met het land te maken krijgen. In Jamaica, Haïti en Cuba weten ze daar na de passage van orkaan Melissa alles van. Maar als de zee om wat voor reden ook verder weg komt te liggen, neemt het land de overhand. En komt het water nog maar soms en alleen op die momenten dat er om wat voor reden iets bijzonders aan de hand is.

Scandinavisch hogedrukgebied de grote afwezige

Met de winterse koudepoel is het niet anders. Op de klassieke manier weet hij Nederland, doordat hij nu kleiner is en verder bij ons vandaan ligt, niet vaak meer te bereiken. Om die reden zien we de klassieke winterpatronen van vroeger mogelijk ook veel minder terug.

Dé grote afwezige tijdens de winters van de laatste 10 jaar is het Scandinavische hogedrukgebied. Als je op die andere manier naar het winterweer kijkt, zoals we in dit verhaal proberen, begrijpen we misschien ook beter waarom.

We zijn nu afhankelijk van speciale situaties

Voor echt winterweer in Nederland zijn we nu afhankelijk van speciale situaties. Zoals toen in februari 2021, toen het een dubbele SSW boven het poolgebied was die de kou vanaf daar wel tot boven onze omgeving wist te brengen. Of de winter van 2024, toen de eerdere uitbarsting van de Hunga-Tonga vulkaan mogelijk de koude winter in Scandinavië veroorzaakte.

Dus ja, mocht de wind in Nederland in de winter nog weer eens lange tijd uit het oosten of noordoosten waaien, dan zou het bij ons, na een wat langere aanloop, nog best koud kunnen worden. En nee, de kans dat dit gebeurt, is niet groot meer. Want doordat de koudepoel rond de Noordpool in de winter steeds kleiner wordt, loopt hij niet zo vaak meer over. En als dat wel gebeurt, is de kou meestal te ver weg om onze omgeving te bereiken.

De kansen zijn klein, maar het is niet helemaal uitgesloten

Daarmee lijkt de kans op een lange periode met oostelijke en noordoostelijke winden tijdens de winters inmiddels erg klein te zijn geworden. Maar, zoals het onderzoek van de Europese wetenschappers laat zien, ook niet helemaal uitgesloten. Voor wat een doorbraak van de winter betreft, zullen we het daarbij dus wel van speciale gebeurtenissen moeten hebben.

Voeg weerverteller.nl toe aan het startscherm van je telefoon

Mis ook deze verhalen niet:

Volg ons ook op facebook en X!

Jouw foto op Weerverteller.nl?

Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller

Advertentie