Winters, die later in december beginnen, zetten vaak door
Reinout van den BornWinters die in de tweede helft van december hun tanden of tandjes laten zien, hebben een behoorlijke kans om ook in de maanden daarna te scoren.
Een flink deel van de winters met een ‘grote score’, in dit geval veel Hellmannpunten, komt met zijn eerste vorst van betekenis in de tweede helft van december naar voren. Hellmannpunten krijg je door van de dagen met een gemiddelde etmaaltemperatuur onder nul de waarden met weglating van minteken te nemen en bij elkaar op te tellen.

Ook dit jaar een kansje
Er is een kansje dat we ook dit jaar vanaf grofweg 21 december met een omslag in het nu nog uiterst zachte weer te maken krijgen. Zoals we gisteren in de 30-daagse verwachting al bespraken, is dat allemaal nog niet zeker. En is er door warmte in de brongebieden veel tijd nodig om het ook echt iets te laten worden. Maar goed, er is een kansje.
In het verleden ging dat allemaal veel makkelijker. Bij voorbeeld in 1909, toen de winter vanaf 21 december 1908 voor het eerst zijn tanden liet zien. Het leverde tussen 25 en 31 december meteen een vorstperiode op, en tussen 27 en 31 december zelfs een koudegolf.
Cluster koude winters in de jaren ‘40
In 1924 kwam de vorst ook voor het eerst op 21 december, waarna tussen 29 december en 9 januari een vorstperiode volgde. De winter van 1909 kwam uiteindelijk op een Hellmanngetal van 129,7 punten uit, die van 1924 op 120,3 Hellmannpunten.
Vanaf 1939 deed zich een cluster aan koude winters voor. Ze begonnen alle vier in de tweede helft van december. In 1939 startte de winter tussen 17 en 26 december (1938) meteen met een vorstperiode. In 1940 kwam de eerste vorstperiode tussen 15 en 23 december (1939).
Een jaar later deed de eerste vorstperiode zich tussen 20 en 25 december voor. En de winter van 1942, die op 28 december voor het eerst vorst bracht, kwam daarna in januari tussen de 10e en de 27e met een eerste en meteen ook erg lange vorstperiode. Van deze 4 winters was 1939 de minst koude met een Hellmanngetal van 105,9. De winter van 1940 en 1942 horen met scores van respectievelijk 294 en 333,5 punten bij de grote winters van de vorige eeuw.
In 1947 de winter met de meeste kou in de 20e eeuw
In de jaren ’40 deden de winters het hoe dan ook goed, want ook in 1947 volgde een strenge winter, de strengste van de vorige eeuw zelfs. Die winter begon met een eerste vorstperiode tussen 15 en 23 december (1946). Tussen 4 en 8 januari volgde er nog één en daarna was het tussen 21 januari en 9 maart (!!!) opnieuw raak. In die derde, wel zeer langdurige vorstperiode, zat ook een koudegolf die van 4 tot en 24 februari (!!!) duurde. De winter van 1947 kwam uiteindelijk op een Hellmanngetal van 348,3 uit, de hoogste score van de 20e eeuw.
Daarna kwam de winter van 1963, die tussen 22 december en 4 januari met zijn eerste vorstperiode en koudegolf kwam. Die koudegolf duurde tot en met 3 januari. Vervolgens kwamen er in januari nóg twee koudegolven en vorstperioden en had februari nóg een koudegolf en twee vorstperioden voor ons in petto, waarvan de laatste het langste duurde. Die nam de hele periode tussen 12 februari en 3 maart in beslag. De winter van 1963 scoorde 337,2 punten.
In winter 1970 in december 3 vorstperioden
De winter van 1970 scoorde in december 3 vorstperioden en kwam op een totaal van 141,3 Hellmannpunten uit. Daarna was er in februari nog een vorstperiode. De winter van 1979 kwam tussen 17 en 23 december (1978) met een eerste vorstperiode. Daarna was het even zacht, maar sloeg de winter vanaf de 30e opnieuw toe, met in De Bilt tussen 31 december en 6 januari een koudegolf. Daarna volgden in januari en in februari nóg twee langere vorstperioden. In de tussenliggende perioden was het kwakkelweer. Het koudegetal kwam op 205,7 uit.
Van de drie koude winters in de jaren tachtig begon alleen die van 1986 in december, met een eerste vorstperiode tussen 27 december (1985) en 1 januari. Daarna volgde in februari een lange vorstperiode die van 3 februari tot en met 4 maart aanhield en waarin tussen 18 en 23 februari ook een koudegolf zat. Het koudegetal van de winter bedroeg 149,3 punten.
De winters van de jaren negentig
De twee koude winters van de jaren negentig begonnen allebei in de tweede helft van december. Dewinter van ’96 kwam tussen 24 december (1995) en 3 januari met een eerste vorstperiode. Daarna volgde er tussen 18 januari en 9 februari nog één. De winter van 1997 kende tussen 21 december (1996) en 12 januari één, lange vorstperiode, met daarin tussen 31 december en 11 januari een koudegolf. De winter van ’96 kwam op 150,5 Hellmannpunten uit, de winter van 1997 op 131,6 Hellmannpunten. Het was de laatste winter met een Elfstedentocht.
Sinds de eeuwwisseling is er daarna op wintergebied niet veel meer gebeurd. De winter van 2010 was de koudste en startte tussen 14 en 21 december met een vorstperiode. Daarna volgden in januari en februari nog twee vorstperioden. Het koudegetal bedroeg die winter 94,7 punten. De laatste en enige koudegolf van deze eeuw speelde zich tussen 30 januari en 8 februari 2012 af. In 2013 en ook in februari 2021 kwamen we er nog dichtbij. Maar verder was de koek op.
Voeg weerverteller.nl toe aan het startscherm van je telefoon
Mis ook deze verhalen niet:
Aanstaande SSW brengt ons nog geen winter, nieuwe kans doemt op
Extreme mariene hittegolf Grote Oceaan geeft zacht wintersignaal
Warme luchtlaag boven poolgebied straks geheime wapen winter?
Volg ons ook op facebook en X!
Jouw foto op Weerverteller.nl?
Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller









