Smelt noordpoolijs vlakt af, maar ijs wordt wel steeds dunner
Reinout van den BornNu de officiële gegevens binnen zijn, blijkt het jaarlijkse zeeijsminimum in het noordpoolgebied dit jaar op 10 september te zijn bereikt.
De omvang van het gebied dat met zeeijs was bedekt, bedroeg op dat moment 4,60 miljoen vierkante kilometer. Dat was 1,21 miljoen vierkante kilometer meer dan het in 2012 waargenomen absolute minimum van 3,39 miljoen vierkante kilometer. Tegelijkertijd lag het minimum van dit jaar 1,62 miljoen vierkante kilometer beneden de waarde die op basis van het gemiddelde in de periode 1981-2010 als normaal mag worden gezien.

In 2025 was het een tiende plaats
In de lijst met laagste zeeijsminima komt dit jaar, samen met de jaren 2008 en 2010, op een gedeelde 10e plaats uit. Opvallend bij dit alles is dat, hoewel de 19 jaren van 2007 tot 2025 gezamenlijk de 19 laagste zeeijsminima uit het satelliet tijdperk uitmaken (dat voor wat het meten van de ijsbedekking in het noordpoolgebied nu 47 jaar duurt) er in september in diezelfde periode geen trend meer omlaag te zien is.
Binnen de groep wetenschappers, die zich met het Arctische onderzoek bezighouden, zijn de oorzaken voor het afvlakken van de afname in het zeeijs onderwerp van verhit debat. Vorig jaar nog wees het KNMI op een anomalie in de drukverdeling boven het noordpoolgebied die aan deze opvallende ontwikkeling ten grondslag zou kunnen liggen. De Nederlandse weerdienst ging er toen van uit dat die onregelmatigheid ieder moment zou kunnen eindigen.
‘Afname zeeijs kan best met horten en stoten gaan’
Ook andere wetenschappers zijn ervan overtuigd dat de afname van het zeeijs in het poolgebied, zelfs al zet de klimaatverandering onverminderd door, met horten en stoten gepaard kan gaan. Er zijn er ook die denken dat de huidige fase van afvlakking nog 5 tot 10 jaar langer kan aanhouden. En dat dit helemaal niet vreemd is, maar door klimaatmodellen zelfs verwacht.
Nog weer andere wetenschappers vinden dat we op een te beperkte manier naar de ontwikkeling van het zeeijs kijken. Zij zijn van mening dat het volgen van alleen de oppervlakte te weinig informatie geeft. Het volume van het zeeijs, een combinatie van de dikte ervan en de oppervlakte, zou meer vertellen. Ook het volume is een parameter die jaarlijks gemeten wordt. De eerlijkheid gebiedt echte te zeggen dat hier eenzelfde trend zichtbaar is.
De gemiddelde dikte van het ijs neemt steeds verder af
Wel is het zo dat de gemiddelde dikte van het zeeijs reden tot zorg geeft. Meerjarig ijs komt in het noordpoolgebied, op smalle stroken in de kustgebieden van bijvoorbeeld Groenland na, niet meer voor. Maakte meerjarig ijs in de jaren tachtig nog ongeveer 40 procent van het totaal uit, tegenwoord ligt in het poolgebied bijna alleen maar eenjarig ijs. Groeit de dikte daarvan in de wintermaanden nog tot tussen 1 en 2 meter aan, in de zomer blijft er door het smelten aan de bovenzijde, maar vooral ook van onderaf maar tussen 0,5 en 1 meter van over.
Gemiddeld, met het restje meerjarig ijs erbij, bedroeg de ijsdikte op de Arctische Oceaan aan het einde van deze zomer ongeveer 1 meter. Na de winter gingen we met een ijsdikte van gemiddeld 1,7 meter het smeltseizoen in. In de jaren tachtig was dat nog een dikte van 2,6 meter. En na de zomersmelt bedroeg de gemiddelde dikte toen nog 1,7 meter.
Dit jaar laagst gemeten gemiddelde ijsdikte satelliet tijdperk
De 1 meter van dit aar was ook de laagst gemeten dikte in het satelliet tijdperk. Alleen doordat de oppervlakte het zeeijs aan het einde van de zomer groter was dan die van vorig jaar, kwam het volume aan zeeijs dit jaar niet aan een laagterecord toe. Maar de trend is hier duidelijk. Ook al zien we al een tijdje geen oppervlakterecords, het ijs wordt wel steeds dunner.
Dun zeeijs is extreem gevoelig voor variaties in het weer. Het zeeijsminimum in het recordjaar 2012 voor een belangrijk deel terug te voeren op de aanwezigheid van een zeer sterk lagedrukgebied boven het poolgebied dat met zijn wind het ijs stuksloeg en in kleine stukjes uiteen liet vallen. Zou iets dergelijks zich in de huidige situatie herhalen, dan zou een groot deel van het zeeijs in het poolgebied zomaar in één klap kunnen verdwijnen. Feitelijk is de situatie nu dus nog een stuk delicater dan toen. En is het eigenlijk wachten op de grote klap.
Eerst op naar het volgende zeeijsmaximum in maart
Iedereen is ondertussen erg benieuwd hoe het zich de komende jaren verder zal ontwikkelen. Voorlopig gaan we de wintermaanden weer tegemoet en zal het zeeijs in het poolgebied zich de komende tijd alleen maar uitbreiden. Tot het volgende maximum in maart een feit is.
Voeg weerverteller.nl toe aan het startscherm van je telefoon
Mis ook deze verhalen niet:
Tweede doorkijkje naar de winter: signalen tegenstrijdiger geworden
Extreme mariene hittegolf Grote Oceaan geeft zacht wintersignaal
Volg ons ook op facebook en X!
Jouw foto op Weerverteller.nl?
Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller