De zomers in Nederland produceren steeds meer warmte

Foto boven: Zonsopkomst boven het Vossemeer - Jannine Sanders

De zomers in Nederland produceren steeds meer warmte. Dat blijkt als je de ontwikkeling van het warmtegetal door de jaren heen analyseert. Vooral vanaf de jaren 80 is een snelle groei van de warmteproductie gedurende de zomermaanden te zien.

Als je zoals ik al sinds je zevende met het weer bezig bent, nu een jaar of 50 dus, weet je nog wel hoe de zomers van vroeger waren. Niet alleen kwamen er vaker en ook intensere koele perioden in voor, vergeleken met tegenwoordig, ook leek het erop dat de warme perioden tussendoor minder intens waren. Het lijkt erop dat we dat beeld tegenwoordig een beetje kwijt zijn.

Zonsopkomst boven het Vossemeer - Jannine Sanders
Zonsopkomst boven het Vossemeer - Jannine Sanders

We beleven een ‘standaardzomer’

Met verbazing zie ik hoe mensen de laatste tijd via sociale media en de mail op de berichtgeving op onder andere Weerverteller.nl reageren. Terwijl wij aangeven dat de zomer van 2025 een bijzonder warme is, tot nu toe zelfs de op drie na warmste ooit sinds het begin van de metingen, geven zij aan dat we niet meer dan een standaardzomer beleven. Ik vraag me op mijn beurt dan weer af hoe de op drie na warmste zomer ooit een standaardzomer kan zijn.

Advertentie

Laten we nog eens naar de kale cijfers kijken. Met een gemiddelde temperatuur van tot op dit moment 18,6 graden, tegen 17,4 graden normaal staat de zomer van 2025 op een tot nu toe vierde plaats in de ranglijst van warmste zomers ooit. Na de zomers van 2018, 2006 en 2003. En dat zijn voorwaar niet de minste voorgangers.

Meer zon dan normaal, minder regen

De zon scheen tot nu toe 562 uur, tegen 480 uur normaal. Dat is ruim 80 uur meer dan normaal. We kunnen dus bepaald niet van een sombere zomer spreken. En als we naar de neerslag kijken dan lieten zowel juni als juli ongeveer normale cijfers zien, juli zat zelfs een fractie onder normaal. Toegegeven, er zijn gebieden in Nederland waar de zomer tot nu toe erg nat is verlopen, maar er zijn ook grote delen van het land waar de zomer tot nu veel droger dan normaal is.

Blijkbaar is het zo dat de hoeveelheid regen alleen bepalend is voor de manier waarop mensen een zomer beleven. Anders kan ik niet verklaren hoe je op de vaststelling komt dat we op dit moment een standaardzomer beleven. Want er is eigenlijk niets standaards aan deze zomer.

De zomers produceren steeds meer warmte

Tinus Beckers uit Lichtenvoorde leverde extra informatie aan die laat zien hoe snel het beeld van de zomer in Nederland is veranderd. En dat het niet raar is dat, als je al 50 jaar met het weer bezig bent, je het gevoel hebt nu in een andere wereld te leven. Hij zette de warmtegetallen van de diverse zomers sinds het begin van de vorige eeuw op een rij. En middelde die steeds voor de diverse klimaatperiodes van 30 jaar die we sindsdien hebben gehad. Het warmtegetal is daarbij een mooie parameter, want laat de koele zomerperioden buiten beschouwing.

Advertentie

Het warmtegetal voor een dag krijg je door voor dagen met een etmaalgemiddelden boven 18 graden het verschil ten opzichte van die 18 graden te sommeren. Stel: het etmaalgemiddelde over een dag bedraagt 19,6 graden. Zon dag scoort dan 1,6 warmtepunten. Door die warmtepunten voor de zomermaanden (juni, juli en augustus) bij elkaar op te tellen, krijg je het warmtegetal voor de zomer. En die warmtegetallen kun je in de periode sinds 1901 analyseren.

Het verschil met vroeger is groot

Wat blijkt: als je de warmtegetallen voor de eerste 30 jaar van de vorige eeuw middelt, kom je op een gemiddelde van 27,8 punten per zomer uit. Tien jaar later, na de jaren ‘30, was dat gemiddelde al tot 33 punten opgelopen. Na de jaren ‘40 kwam een gemiddelde van 42,3 punten uit de bus, na de jaren ‘50 een gemiddelde van 46 punten.

In de decennia daarna blijft het gemiddelde warmtegetal even min of meer stabiel. Na de jaren ‘60 staat het op 47,5 en na de jaren ‘70 op 48,0. Daarna begint een snelle stijging. Na de jaren ‘80 staan we op 56,5 en na de jaren ‘90 op 73,2. Na de eerste 10 jaar van deze eeuw blijkt het warmtegetal al tot 87,4 te zijn doorgegroeid. En na de jaren ’10 komt het voor het eerst boven 100 punten per zomer: 103,5. Bijna 4 keer zoveel als na de eerste 30 jaar van de 20e eeuw.

We gaan deze zomer rap door de grens van 100 punten heen

In de zomer tot nu toe is het warmtegetal al tot bijna 91 gestegen en we hebben nog enkele weken te gaan. Bovendien zijn de verwachtingen voor de komende twee weken bijzonder warm. Dus is dus juist de periode waarin we veel extra punten gaan scoren. De kaap van 103 punten, die op dit moment als gebruikelijk kan worden gezien, zullen we dan ook snel slechten en we zitten daar waarschijnlijk binnen de kortste keren ver boven.

De zomer, die tot nu toe de grootste warmteproductie heeft laten zien, was de zomer van 2006. Toen kwam het warmtegetal in de 3 zomermaanden op 201,3 uit. Dat is een score die nog ver weg ligt. Om dat te halen, moet de augustusmaand wel heel erg warm worden. Maar je weet het nooit. In 2006 was het de julimaand die een enorme duit in het zakje deed.

Vooral vanaf de jaren ’80 graat het hard

Wat de exercitie van Tinus Beckers meer dan duidelijk laat zien, is dat de zomers van tegenwoordig veel meer warmte produceren dan die van vroeger. En dat de groei daarvan vooral vanaf de jaren ‘80 is gekomen. Maar dat er ook zelfs voor die tijd al een duidelijke groei in zat.

Het laat tevens zien, dat we ondanks die groei, dit jaar toch weer een bijzondere zomer beleven. Een zomer die je met alles behalve het predikaat ‘standaard’ af kunt doen. Mensen die deze zomer met het predicaat standaard afdoen, hebben echt geen idee van hoe een standaardzomer er uitziet. Zij lopen al vooruit op het type zomer dat we later deze eeuw gaan krijgen.

Voeg weerverteller.nl toe aan het startscherm van je telefoon

Mis ook deze verhalen niet:

Volg ons ook op facebook en X!

Advertentie