Zomerverwachting 2025: warm, droger en zonniger dan normaal
Reinout van den BornHet is weer tijd voor de zomerverwachting. Bijna zonder uitzondering komen de seizoensmodellen op een warme en mogelijk recordwarme zomer uit, met het zwaartepunt van de warmte in de maanden juli en augustus. Maar is dit ook wat daadwerkelijk gaat gebeuren? We zetten wat we weten in dit verhaal voor je op een rij.
We bevinden ons op aarde en ook in Nederland in een erg warme periode, die zijn uitwerking op de zomers niet mist. Veel van de zomers van de laatste jaren zijn in onze omgeving dan ook in de top 10 van warmste zomers ooit uitgekomen.

Veel warme zomers zijn nog recent
De lijst wordt aangevoerd door de zomer van 2018, gevolgd door de zomers van 2003, 2022, 2006, 2019 en 1976, de eerste zomer van voor de eeuwwisseling die nog in de lijst staat. De zomers van 2023, 2020, 1983 en 1995 completeren de top 10.
In een eerder verhaal op deze site hebben we al geconcludeerd dat er in de zomer nog wel wat ruimte is voor verbetering van de hoogste temperaturen. Tussen de warmste zomer van 2018 met een gemiddelde temperatuur van 18,9 graden en de gemiddelde zomertemperatuur van 17,4 graden zit een gat van maar anderhalve graad. In de winter en in de herfst bedraagt dat gat 2,7 graden, in de lente ook nog altijd 1,9 graden. In die zin is er potentie voor meer.
De lente was dit jaar warm, zonnig en droog
Inmiddels weten we dat de lente van 2025, zoals eerder al verwacht, zonnig, warm en ook droog is verlopen, ook al komt er de komende week nog wel wat regen bij. Ook hebben we uitgezocht dat lentes uit het recente verleden, waarin een droogteperiode inzette, zonder uitzondering door een warme top 10 zomer werden gevolgd. Maar niet altijd door een droge.
Kijken we naar de droogste lentes tot nu toe, dan is het beeld in de zomers erna heel wisselend. Alleen in 1976 volgde op een zeer droge lente ook een uiterst droge en warme zomer. Alle andere zomers, die op een droge lente volgden, kenden een normale tot duidelijk beneden normale temperatuur. De laatste daarvan konden we in het jaar 2011 aantekenen. En dat was eigenlijk ook de laatste koudere dan normale zomer die we in Nederland hebben gehad.
We zitten in een nieuw weerregime
Inmiddels zijn een paar dingen gebeurd. Werd het verloop van de lente nog in hoge mate gedomineerd door de uitwerkingen van de SSW (en in dit geval ook eindopwarming van de stratosfeer), die zich tussen 5 en 10 maart voordeed, inmiddels is de invloed daarvan voorbij en is de atmosfeer op een nieuw regime overgeschakeld. We zien nu lagedrukgebieden in de buurt van IJsland en hogedrukgebieden in de omgeving van de Azoren. Daartussen waaien bij ons zuidwestelijke winden en kunnen storingen van de oceaan onze omgeving bereiken.
Dit patroon als uitgangspunt past nog het beste bij wat de seizoensverwachting van de Engelse weerdienst voor de junimaand laat zien. Ook het door het Europese model verwachte patroon voor de junimaand komt er nog wel bij in de buurt. Kijken we naar de verwachting van alle modellen tezamen, dan is de overeenkomst met de uitgangspositie van dit moment en de komende week al minder groot. En dat maakt de verwachting toch wat lastiger.
Veel sturende factoren zijn er niet
Veel factoren op de achtergrond die ons in de juiste richting kunnen leiden, zijn er op dit moment niet. Zo is de situatie in het gebied van El Niño op de Grote Oceaan langs de evenaar neutraal, heeft de PDO-index op het noordelijke deel van de Grote Oceaan nog altijd een negatieve signatuur en is de IOD-index slechts licht positief. Ook zijn de verschillende fasen in de MJO op dit moment niet sterk genoeg om op het weer bij ons grote invloed te hebben.
Doordat de wereldwijde drukverdeling nog steeds wel iets wegheeft van die tijdens een La Niña fase, ligt het voor de hand dat we de komende zomer in ons deel van de wereld gemiddeld gesproken met een positieve NAO-index te maken, dat wil zeggen met in de buurt van IJsland gemiddeld een relatief lage luchtdruk. Eigenlijk de situatie zoals we die nu al zien.
Op de oceaan een westcirculatie
Onder dergelijke omstandigheden is er op de oceaan een westcirculatie, maar wel één die in de loop van de zomer een steeds noordelijkere positie inneemt. Aan de zuidkant van die westcirculatie splitsen zich van het Azorenhogedrukgebied steeds weer nieuwe hogedrukcellen af, die vanuit het zuidwesten het Europese continent op trekken. En ook de koers van die hogedrukcellen lijkt in de zomer steeds noordelijker uit te komen.
Tussen de hogedrukgebieden door kunnen storingen, horend bij de lagedrukgebieden in het noorden, ook af en toe tot onze omgeving doordringen. De kans hierop lijkt aan het begin van de zomer groter dan verderop in de zomer. Wat later in augustus zouden – op de valreep – de restanten van orkanen, die in de Atlantische sector ontstaan, zich ook nog met de weersontwikkeling kunnen gaan bemoeien. Het Europese model laat in die maand een overgang naar een negatieve NAO-index zien, met bij ons kans op zuidelijke winden. Ook in de seizoensberekening van de Met Office zien we vaag wel zoiets terug.
Dit levert een warme zomer op
Hoe we ook naar deze ontwikkelingen kijken, ze leveren uiteindelijk een warme zomer op. Als alles ‘goed’ valt, is zelfs een recordwarme zomer niet ondenkbaar. Dat de zon hierbij meer zal schijnen dan gebruikelijk, lijkt bijna een gegeven. Zo gaat dat tegenwoordig.
De neerslagverwachting is voor de junimaand wat onzeker. Zodra hogedrukgebieden in juli en augustus noordelijker uitkomen, liggen drogere dan normale omstandigheden voor de hand. Als geheel lijkt dan ook een drogere dan normale zomer uit de bus te moeten komen.
Mogelijk recordwarmte, minder neerslag en meer zon dan anders
En zo komen we uit op een warme zomer (kans 85 procent), heel misschien een recordwarme zomer (kans 25 procent). Waarschijnlijk is de zomer zonniger dan normaal (kans 70 procent) en valt minder neerslag dan anders (kans 60 procent). Ook kunnen zich 1 of 2 hittegolven voordoen met, als de bodem droog is, wellicht af en toe erg hoge temperaturen. De grootste vraagtekens zitten in de junimaand, ook vanwege de mogelijk wisselvallige start ervan.