Lente werd gedomineerd door SSW, maar anders dan anders
Reinout van den BornWe hebben deze bijna voorbije lente vrijwel voortdurend met de naweeën van een SSW te maken gehad, die zich op 5 maart in de stratosfeer boven het noordpoolgebied afspeelde. Toch pakte deze lente heel anders uit dan die van 2013 en 2021, twee andere lentes die door een SSW gedomineerd werden. Die waren namelijk stukken kouder.
Toen op 5 maart de temperatuur in de stratosfeer plotseling met tientallen graden steeg, de poolwervel instortte en de stroming in de stratosfeer van west naar oost draaide, wisten we dat deze gebeurtenis voor het verdere verloop van de lente van groot belang zou zijn. Grootschalige daalbewegingen werden in de hoge delen van de atmosfeer in gang gezet. Ze kwamen in de maanden daarna aan de grond. Eerst druppelsgewijs, de laatste tijd grootschalig.

Daalbewegingen zetten hogedrukgebieden op de rails
Bij daalbewegingen aan de grond hoort de vorming van hogedrukgebieden. In dit geval in het hoge noorden en meestal in de buurt van IJsland en Groenland.
In de lentes van 2013 en 2021 ging dat precies zo. Aan de oostflank van die hogedrukgebieden werden steeds weer nieuwe hoeveelheden poolkou op transport naar het zuiden gezet die ook in onze omgeving aankwamen. In beide lentes ging dat tot in de meimaand door.
In 2021 en 2013 was de voorgeschiedenis anders
Nu was de voorgeschiedenis in die gevallen anders dan die van dit jaar. In 2013 hadden we de laatste van de vijf koudere winters achter de rug, die zich in het tijdvak van 2009 tot 2013 in Nederland voordeden. In maart 2013 bleef het op sommige dagen nog 24 uur vriezen en op 31 maart viel in delen van het land nog sneeuw. In die periode voerde een noordoostelijke wind erg koude lucht aan, met zeer lage dauwpunten. De combinatie van wind en kou zorgde er aan de rand van grote wateroppervlakten voor dat ijssculpturen ontstonden.
In 2021 hadden we in februari een mooie vorstweek, voorafgegaan door sneeuwstorm Darcy. Er volgde een onvergetelijke schaatsweek met veel zon, in de nachten soms zeer strenge vorst en overdag heerlijke temperaturen net onder nul. Het was de coronatijd en iedereen genoot intens van het toch weer samen buiten zijn, op het ijs en met vaak een dikke laag sneeuw.
In 2021 viel rond 7 en 8 mei nog sneeuw
Ook dat jaar hield de kou gedurende de lentemaanden aan. Verliep maart nog min of meer normaal, april en mei waren juist erg koud. Rond 7 en 8 mei viel in het zuidoosten van Brabant zelfs sneeuw. Het was lang geleden dat zoiets in de meimaand was gebeurd.
Gedurende beide lentes zagen we de na een SSW traditionele hogedrukgebieden steeds weer in de buurt van IJsland en Groenland opduiken, waardoor golven met koude lucht iedere keer weer vanuit het poolgebied naar het zuiden konden afstromen. Met bij ons lage temperaturen als gevolg. Beide lentes gingen uiteindelijk als zeer koud de boeken in.
Dit jaar verloopt alles toch anders
Dit jaar is alles anders. Dat gold al voor de winter. Dier was zacht, zonder al teveel winterweer. Tijdens de wintermaanden was er ook geen SSW. Toch gedroeg het weer zich opvallend. Na een zeer zachte en ook erg natte decembermaand, lieten januari en februari ongeveer normale temperaturen zien. Waarbij de koudere perioden in januari vooral met de aanwezigheid van warmbloedige hogedrukgebieden te maken hadden, die in onze omgeving inversieweer veroorzaakten. Daarbij was het vaak mistig en bovendien erg somber.
In februari bleven de hogedrukgebieden komen, maar nu zochten ze boven het Europese continent een noordelijkere positie op. Daardoor waaide de wind bij ons vaker uit het noordoosten en kon af en toe ook koudere lucht worden aangevoerd.
Het weer in de winter ging zijn eigen gang
De veelvuldige aanwezigheid van hogedrukgebieden tijdens de winter was eigenlijk verrassend. Op basis van de achtergrondfactoren van dat moment lag een wisselvalliger en windrijker weerbeeld eigenlijk voor de hand. Maar het weer ging zijn eigen gang.
Ook begon de droge periode, waarin we ons nog steeds bevinden, eerder dan dat de SSW in maart zich voordeed. Blijkbaar waren er ook andere krachten aan het werk. Het is nog niet helemaal duidelijk hoe dit zit, maar de vele waterdamp die tijdens de explosieve uitbarsting van de Hunga-Tonga Hunga-Ha’ apai vulkaan op Tonga enkele jaren geleden in de statosfeer terecht is gekomen, zou hierbij een rol kunnen hebben gespeeld.
En zo werd de lente van 2025 een warme, droge en zonnige
En doet dat misschien op dit moment ook nog wel. In elk geval kwamen de hogedrukgebieden, horend bij de SSW van maart, dit jaar tijdens de lente een flink stuk oostelijker uit dan tijdens die eerdere twee genoemde lentes. Met als gevolg dat de bijbehorende golven met kou niet over onze regio, maar over het oosten van Europa naar het zuiden stroomden. Zo is de lente van 2025 geen koude, maar juist een warme geworden. En een droge en zeer zonnige.