Hoe atmosferische rivieren het Groenlandse ijs bedreigen
Reinout van den BornAtmosferische rivieren, lange banen van vochtige lucht die zich als een soort ‘rivier in de lucht’ gedragen, duiken in het nieuws steeds vaker op.
Ze zijn niet alleen bekend van hun verwoestende regenbuien in bijvoorbeeld Californië, maar blijken ook een sleutelrol te spelen: namelijk in het smelten van het Groenlandse ijs.

Een blik in het verleden om de toekomst te begrijpen
Onderzoekers van de Universiteit van Connecticut, onder leiding van paleoklimatoloog Clay Tabor en promovendus Joseph Schnaubelt, doken in de klimaatgebeurtenissen van het laatste interglaciaal, zo’n 130.000 tot 115.000 jaar geleden. Het was de laatste keer dat het noordpoolgebied warmer was dan tegenwoordig. De bevindingen van de onderzoekers zijn onlangs gepubliceerd in ‘AGU Advances’.
De vraag die zij wilden beantwoorden was: wat gebeurt er met het Groenlandse ijs als atmosferische rivieren in een warmer klimaat vaker en sterker voorkomen?
Warmte én sneeuw tegelijk
Atmosferische rivieren blijken een dubbel effect te kunnen hebben. Aan de ene kant brengen ze sneeuwval die de ijskap kan doen aangroeien. Maar aan de andere kant voeren ze ook warmte en regen met zich mee, waardoor juist extra smelt optreedt. En dat laatste draagt bij aan de zeespiegelstijging.
De simulaties van de onderzoekers laten zien dat in warme periodes van het laatste interglaciaal meer zomerstormen over Groenland trokken, met aanzienlijk meer smelt als gevolg.
Hoogte maakt het verschil
Een interessant detail: de hoogte van de ijskap bepaalt hoe de neerslag valt. Op grotere hoogten valt de neerslag nog steeds meestal in de vorm van sneeuw. Op lagere hoogten komt het echter steeds vaker tot regen, met meer smelt van het ijs tot gevolg.
Doordat de Groenlandse ijskap tegenwoordig al hoogte verliest, kan dit effect in de toekomst nog sterker worden.
Les uit het verleden: kleine opwarming, grote gevolgen
Volgens Schnaubelt en Tabor is dit voor onze tijd een belangrijk inzicht. Want hoewel de gemiddelde wereldtemperatuur nu ‘slechts’ zo’n graad hoger ligt dan voor het industriële tijdperk, warmt het noordpoolgebied veel sneller op, al wel met drie tot vijf graden. In het laatste interglaciaal leidde dat tot een zeespiegelstijging van maar liefst zes tot negen meter.
Tabor waarschuwt: ‘Het gaat niet alleen om die ene graad. Het gaat om de verschuiving in extremen. Atmosferische rivieren zijn zulke extremen. Door te zien hoe ze in het verleden het ijs beïnvloedden, begrijpen we beter wat ons nu mogelijk te wachten staat.’
Een traag maar machtig antwoord
Opvallend is dat de grootste signalen van smelt plaatsvonden aan het begin van het laatste interglaciaal, maar dat de omvang van ijskap pas veel later zijn dieptepunt bereikte. De ijskap reageert dus traag, maar wel ingrijpend op veranderingen in temperatuur en stormpatronen.
Niet alleen het ijs verandert. Ook de toendra maakt plaats voor bos, een proces dat onderzoekers inmiddels de ‘borealisering’ noemen. Nieuwe boomsoorten rukken steeds verder op naar het noorden. Het is een extra signaal dat het Arctische klimaat snel verandert.
Bron: Universiteit van Connecticut
Voeg weerverteller.nl toe aan het startscherm van je telefoon
Mis ook deze verhalen niet:
Tweede doorkijkje naar de winter: signalen tegenstrijdiger geworden
Extreme mariene hittegolf Grote Oceaan geeft zacht wintersignaal
Volg ons ook op facebook en X!
Jouw foto op Weerverteller.nl?
Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller