Verjongingskuur voor de duinen
Reinout van den BornIn het duingebied bij Castricum heeft het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN), dat het beheer over dit gebied uitvoert, samen met de provincie en het HHNK (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier) afgelopen winter vijf kerven of sleuven in de zeereep aangebracht.
Doel van de verlagingen in de voorste duinenrij is de van oorsprong natuurlijke dynamiek van het achterliggende duinengebied door zandverstuivingen te herstellen. Het kalkrijke zand verjongt het duinlandschap en bindt stikstof. Hierdoor ontstaan nieuwe biotopen en krijgen zeldzame soorten kans om te floreren.

Project werd in de media breed uitgemeten
‘Het aanbrengen van kerven in de zeereep hebben we vaker gedaan. Daartegen kwam toen geen weerstand vanuit het publiek. Totdat we dit project hier gingen uitvoeren. Het werd nogal breed uitgemeten in de media’, vertelt boswachter Wouter Bol, die een groepje vrijwilligers van de PWN tijdens een excursie in het duingebied rondleidt.
Complotdenkers beweerden onder andere dat de vijf inkepingen met een breedte van 30 tot 40 meter en met een diepte van 6 meter geheime kustverzwakkingen zijn, in een poging later dure zeeweringen aan te leggen of om de grond vrij te maken voor projectontwikkeling.
Het daadwerkelijke doel van de gaten in de zeereep is het gebied weer dynamischer te maken. Bol: ‘Voordat wij als mens bemoeienis met de duinen hadden, was het duingebied zelf super innovatief. Overal waren grote stuifplekken. Die kwamen vanaf de zeereep het terrein in. De overheersende zuidwestelijke windrichting blies het zand naar het noordoosten. Zo ontstonden de grote paraboolduinen die over het landschap heen rolden. Als uiteindelijk ergens bos was gevormd, werd dat weer door die grote zandmassa opgeslokt. Dat gebeurde telkens opnieuw. Het terrein werd iedere keer gereset.’

De vroegere vegetatie trok veel bijzondere soorten aan
Door die natuurlijke verjonging ontstonden alleen op kleine schaal volwassen bossen. Het duingebied had zo vroeger een grazige vegetatie met veel zandverstuivingen. ‘Dit trok bijzondere vogels, insecten en planten aan’, weet de boswachter te vertellen. ‘Sinds de mensheid is gaan ingrijpen, zijn die soorten zeldzaam geworden.’
‘Van de zeereep hebben we een grote dijk gemaakt die we helemaal met helmgras hebben volgeplant’, gaat hij door. ‘Het stuifzand kwam het achterliggende duingebied niet meer in, waardoor alles werd vastgelegd en grasland en later struwelen en bossen ontstonden. Doordat het grasland voedselarm is, bleef het gebied lang in dezelfde fase steken. Dit werd versterkt door uitstoot van stikstof en ammoniak die in het gebied terechtkwam.’
De afwezigheid van de dynamiek, maar ook van de natuurlijke reset en het feit dat er voedingstoffen zoals stikstof bijkwamen, hebben ervoor gezorgd dat duingebieden vergrasten. Bol: ‘Hierdoor kwam er steeds meer struweel en groeiden de duinen verder dicht. Zo zijn we de voor de duinen zo kenmerkende soorten grotendeels kwijtgeraakt.’

Angst voor verzwakking kustverdediging is onterecht
De angst dat de vijf gaten in de zeereep bij Castricum de kustverdediging verzwakken, is volgens boswachter Bol ongegrond. ‘Niet de zeereep, maar de achterliggende duinenrij, die richting het zuidoosten loopt, is de daadwerkelijke zeewering. Dat is de hoogste duinenrij in dit gebied die de zee moet buitenhouden. De zeereep zelf is eigenlijk helemaal niet de oorspronkelijke zeewering.’
Daarom kreeg PWN van Rijkswaterstaat en het Hoogheemraadschap toestemming om die gaten in de zeereep te maken. Het zand, dat voorheen langs de zeewering naar het noorden stoof en noordwaars over het strand waaide, waait nu door die gaten naar binnen, waardoor je een hoger volume aan zand krijgt. Dat is uiteindelijk ook beter voor de zeewering.
Bol: ‘Die gaten zijn zowel beter voor de natuur als voor de veiligheid. Het overpoederende zand is van groot belang voor de duinnatuur. Het zorgt er tevens voor dat stikstof wordt gebonden en zo niet vrij kan komen. Ook floreert de flora door het aangestoven kalkrijke zand. Door de kerven ondergaan de duinen een verjongingskuur en kunnen de voor het duingebied zo kenmerkende soorten terugkeren.’

Het project is in de winter gestart
Het project is in de winter van 2024/25 gestart. ‘Met behulp van groot materieel zijn we vanuit de zeereep het gebied ingereden. De kranen reden over ijzeren platenbanen om de natuur zo min mogelijk aan te tasten. Naast het maken van de vijf kerven hebben we ook de daarachterliggende paraboolduinen geheractiveerd, door deze van hun vegetatie te ontdoen en hebben we een aantal extra stuifkuilen gemaakt.’
Om de effecten van de maatregel goed te kunnen volgen, zijn voor de start van het project op 40 plekken, elk met een oppervlakte van een vierkante meter, alle planten en hun bedekkingspercentage in beeld gebracht. Op diezelfde plekken wordt dit de komende jaren herhaald om de veranderingen in de vegetatie te monitoren. Bol: ‘Datzelfde hebben we gedaan op plekken waar geen verstuiving is aangebracht, als referentie.’
Om de zandverstuiving goed te kunnen monitoren, staan overal zogeheten zandvangers. Dat zijn houten palen met een soort korfconstructie. ‘Ze staan gericht naar het zuidwesten en vangen het verstuivende zand op. Bij harde wind wordt het zand door de kerven heen gezogen en meer dan een kilometer die het terrein ingewaaid.’
Zandvangers laten zien hoeveel zand het terrein instuift
PWN-vrijwilligers lopen elke twee weken de zandvangers langs om het verstoven zand te verzamelen. Per zandvanger wordt bijgehouden hoeveel erin zit. ‘Zo krijgen we een beeld van hoever dat zand het terrein instuift. We hebben het liefst dat de reikwijdte zo ver mogelijk is om een zo groot mogelijk effect van de ingreep te hebben.’
Op een winderige dag word je letterlijk gezandstraald als je in het gebied rondloopt, wat doorgaans verboden terrein is voor wandelaars. Daarnaast vliegt drie maal per jaar een drone over het projectgebied boven en achter de kerven, om te meten waarheen de grote massa’s zand zich verplaatsen. Dat wordt onder andere gedaan met behulp van laserbeelden (Lidar), die dwars door de vegetatie heen meten.
Ook wordt gemeten met ‘Locator One’ apparatuur: ‘Zo kunnen hoogteveranderingen van een halve centimeter worden gedetecteerd en kan de overpoedering exact worden gevolgd. Ook kunnen we zien hoeveel zand er extra vanuit zee en vanaf het strand in de duinen belandt.’
Project is niet uniek
Het project bij Castricum is overigens niet uniek. Op meerdere plekken aan de Nederlandse kust zijn kerven en sleuven aangebracht, of zijn er plannen om deze in het kader van dynamisch kustbeheer aan te brengen. In natuurgebied Mijendel nabij Den Haag en Wassenaar zijn in 2014/2015 al eerder vijf smalle inkepingen in de eerste duinenrij aangebracht.
In de Kennemerduinen bij Santpoort en Bloemendaal is dit een paar jaar daarvoor al gebeurd. In 1997 is De Kerf, een inham in de duinen tussen Bergen aan Zee en Schoorl, aangelegd. Net over de grens van het PWN terrein; dus in beheer bij SBB. De kunstmatige inham heeft tot doel bij hoge vloed of storm zeewater binnen te laten. Dat is sinds de aanleg al een keer gebeurd. ‘Daar zien we duidelijk de gevolgen van op de begroeiing’, weet boswachter Bol.
Voeg weerverteller.nl toe aan het startscherm van je telefoon
Mis ook deze verhalen niet:
Volg ons ook op facebook en X!
Jouw foto op Weerverteller.nl?
Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller