Draaien aan de knoppen van het weer: keert geo-engineering het tij?
Reinout van den BornStel je voor: ergens in een controlekamer op aarde draait een wetenschapper aan een knop en hoog in de atmosfeer verandert een spiegel het zonlicht een beetje van koers. De aarde warmt daardoor minder snel op. Het is al lang geen sciencefiction meer, maar geo-engineering. Of beter gezegd: het idee daarvan.
De klimaatverandering op aarde schrijdt voort. IJskappen smelten meer en meer, bosbranden woeden heviger en als je goed luistert, hoor je de aarde bijna zuchten. Terwijl conventionele maatregelen, zoals minder uitstoot en meer bossen, hard nodig zijn, klinkt ook steeds vaker een ander geluid: kunnen we het klimaat ook actief de goede kant op beïnvloeden?

Dat is precies waar geo-engineering over gaat. Het is het opzettelijk manipuleren van natuurlijke systemen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Denk aan grote ingrepen in de atmosfeer, oceanen of zelfs wolken, met als doel de aarde weer af te laten koelen.
Maar de werkelijkheid is minder eenvoudig dan doe zo op het eerste gezicht soms lijkt.
Dromen die (nog) niet uitkomen
Sommige geo-engineeringideeën klinken als rechtstreeks uit een klimaatroman geplukt. Een paar opvallende, maar voorlopig onrealistische voorstellen:
Spiegels in de ruimte
Gigantische reflecterende schermen in een baan om de aarde, om een deel van het zonlicht terug te kaatsen. In theorie slim. In de praktijk? Peperduur, technisch haast onmogelijk en wat als zo’n spiegel ineens uit de lucht komt vallen?
Zwavel de stratosfeer in blazen
Net als bij vulkaanuitbarstingen die tijdelijk het klimaat afkoelen, zouden vliegtuigen of ballonnen in de hoge luchtlagen zwaveldeeltjes kunnen verspreiden. Maar de bijwerkingen zijn onbekend. Komt er meer zure regen? Raken weerpatronen verstoord? We weten het niet. Het is niet iets om zomaar mee te experimenteren.
IJskappen wit verven
Door het ijs witter te maken, reflecteert het meer zonlicht. Klinkt simpel, maar het schaalprobleem is immens. En wat als het verfmiddel zelf schade toebrengt aan ecosystemen? Er wordt ook al aan het volstorten van de zeeën in Arctische gebied met witte pingpongballetjes gedacht. Maar waar gaan die vervolgens dan heen?
Ideeën die wel dichterbij komen
Toch zijn er ook geo-engineeringtechnieken die realistischer zijn en zelfs al stilletjes worden toegepast:
CO₂ afvangen en opslaan (CCS)
Fabrieken die hun uitstoot niet de lucht in sturen, maar ondergronds opslaan in oude gasvelden. In Noorwegen gebeurt dit al. Het is technisch haalbaar, al blijft het duur. In IJsland staat een fabriek die daadwerkelijk CO₂ uit de lucht haalt.
Witte daken en steden
Door gebouwen en wegen lichter van kleur te maken, reflecteren ze meer zonlicht en warmen steden minder snel op. Een eenvoudige aanpassing, met lokaal groot effect. Wordt in een Amerikaanse stad als Phoenix al toegepast.
Koolstof vastleggen in landbouwgrond (biochar)
Door organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden tot houtskool te verbranden en dat in de bodem te stoppen, wordt CO₂ langdurig opgeslagen. En de grond wordt er ook nog vruchtbaarder van.
Gaat geo-engineering ons redden?
En dan de hamvraag: kan geo-engineering het klimaatprobleem oplossen? Waarschijnlijk niet in z’n eentje. Geo-engineering is geen wondermiddel. De risico’s zijn groot, de effecten onzeker en vaak onomkeerbaar. Het is een hulpmiddel, geen alternatief voor echte klimaatmaatregelen zoals het verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen, het beschermen en meer ruimte geven van bossen en het verduurzamen van ons dagelijkse leven.
Maar in een wereld waar het steeds warmer wordt, kan geo-engineering wél een pleister zijn. Een tijdelijke rem. Een hulpmiddel om tijd te winnen. Of, zoals een oude boer het ooit zei terwijl hij naar een dreigende lucht keek: ‘Je kunt het weer niet maken, maar je kunt er misschien wel iets aan proberen te doen.’ En dat is precies waar geo-engineering over gaat.