Tussenrapport zomer 2025: warm, zonnig, maar niet stabiel
Reinout van den BornNu de zomer van 2025 bijna halverwege is, kunnen we een voorlopig tussenrapport opmaken. Tot nu toe is de zomer warm, zonnig en vrij droog verlopen.
In De Bilt staat de zomer van 2025 na de eerste helft met een gemiddelde temperatuur van ongeveer 18,6 graden voorlopig op een derde plaats op de lijst van warmste zomers ooit, in dezelfde periode. Alleen de zomer van 2023 (19,3 graden) en 1976 (19,2 graden) verliepen in de vergelijkbare periode nog warmer. Het verschil met normaal is precies 2 graden.
Beeld redelijk evenwichtig
Ook in Eelde, in Maastricht en in Vlissingen staat de zomer vooralsnog op een derde plaats. In Den Helder is dat zelfs een tweede plaats. In Enschede (vliegbasis Twenthe) staat de zomer vooralsnog op een vijfde plaats. Ook daar was 2023 tot nu toe het warmst.
Kijken we naar de zonneschijn, en dan moeten we de Nederlandse hoofdstations samen nemen, dan blijkt dat de zomer tot nu toe ook een stuk zonniger dan gebruikelijk is verlopen. We hebben tot nu rond 380 uur, tegen 290 uur normaal. Dit is goed voor een zevende of achtste plaats op de lijst van zonnigste zomers tot dit moment. Daarmee staan we dus rond 90 uur in de plus.
Zomer tot nu toe vrij droog
Voor wat de neerslag betreft, is de zomer vooralsnog vrij droog verlopen, al zijn de verschillen over het land groot. Was juni gemiddeld met 65 millimeter een ongeveer normale maand, waar het om de gevallen regen ging, de hoeveelheden liepen nogal uiteen. Daar waar het noordwesten en ook het zuidoosten duidelijk meer dan normaal in de regenmeters kregen, verliep de junimaand in een groot deel van het land juist aan de droge kant.
Ook in juli zien we die verschillen terug. In een brede strook van Zeeland en Zuid-Holland via delen van Noord-Holland naar Flevoland, het zuidoosten van Friesland en het noorden van Drenthe en het oosten van Groningen is plaatselijk al tussen 50 en 70 millimeter gevallen, maar ten noordwesten en ten zuidoosten van die strook is het een stuk droger.
Neerslag onevenredig verdeeld
In het sinds 1 april opgebouwde neerslagtekort zien we die wat grillige verdeling van de neerslag ook terug. Staat het gemiddelde tekort tot nu toe op 181 millimeter en hoort dit jaar daarmee bij de 5 procent droogste jaren sinds het begin van de metingen, de landelijke verdeling is behoorlijk scheef. Zo heeft het zuidwesten met veel grotere tekorten te maken dan het oosten en zuidoosten van het land. In delen van Groningen en Drenthe staat het tekort op nog geen 90 millimeter, delen van Zeeland komen zelfs boven 240 millimeter uit.
Opvallend in de zomer tot nu toe is dat het, hoewel het warm en niet zelden zonnig is, zelden helemaal stabiel is geweest. De systemen die het weer in Nederland hebben beïnvloed, lagen nooit stil. Er zat altijd beweging in. Langere perioden van stabiel en zonnig zomerweer, die het voorjaar wel in grote mate kenmerkten, hebben we in de zomer toe nu toe dan ook nauwelijks meegemaakt. Steeds weer kwamen lagedrukgebieden in onze buurt die het, in elk geval in delen van het land, tot regen en buien lieten komen. En ook afkoeling.
Het wordt maar niet stabiel
En hoewel we op de weerkaarten voor de lange termijn in de tussentijd steeds pogingen tot verdere stabilisatie van het weer zagen, is die er tot nu toe in werkelijkheid niet van gekomen. Inmiddels lijken ook die berekeningen zelf meer en meer in dat feit te berusten en ligt het voor de hand dat de zomer zijn de laatste weken gevonden spoor ook de komende weken doorzet. Dit betekent dat het ook in de rest van de zomer wel degelijk vaak warm kan zijn, maar dat het daarbij tegelijkertijd waarschijnlijk niet meer helemaal stabiel zal worden.
Omdat de ervaring leert dat de herinnering aan een zomer meer door het al dan niet voorkomen van wisselvalligheid dan door de dominerende temperaturen wordt gekleurd, kan het best zo zijn dat veel mensen zich deze zomer dan uiteindelijk toch niet als een echt goede zullen herinneren. Maar er zijn nog meerdere weken te gaan en in die periode kan nog veel gebeuren.
