Ommekeer in oceaanstroming bij Zuidpool tast zeeijs aan
Reinout van den BornNog niet zo heel lang geleden leek het zuidpoolgebied de uitzondering te zijn op de wereldwijde klimaatontwikkelingen. Terwijl in Noordpoolgebied het zeeijs smolt, zagen we rond Antarctica jarenlang zelfs een lichte toename ervan in de winter. Wetenschappers stonden voor een raadsel. Totdat het ineens veranderde. Sinds een jaar of vijf lijkt ook daar het zeeijs daar in rap tempo te verminderen. Wat is er aan de hand?
Een nieuwe studie van internationale wetenschappers brengt nu mogelijk de ontbrekende puzzelstukjes in beeld. Dankzij geavanceerde satellietmetingen, ontwikkeld door het Spaanse Institut de Ciències del Mar (ICM-CSIC) in samenwerking met de Europese ruimtevaartorganisatie ESA, is voor het eerst een zorgwekkend natuurverschijnsel vastgesteld: de oceaanstroming in de Zuidelijke Oceaan lijkt volledig te zijn omgekeerd.
Diep water komt naar boven
Normaal gesproken zorgt de zogeheten 'Southern Meridional Overturning Circulation' (SMOC) ervoor dat koud, zout water rond Antarctica naar de diepte zakt, terwijl relatief warmer water op lagere breedten blijft. Maar sinds 2016 meten satellieten iets anders: het oppervlaktewater tussen de polaire en subpolaire wervels in de Zuidelijke Oceaan wordt zouter, terwijl diep water naar boven komt.
Met dat opwellende water komt ook warmte én een flinke hoeveelheid kooldioxide (CO₂) uit de diepzee naar het oceaanoppervlak. Dat is zorgwekkend, want die CO₂ zat daar eeuwenlang opgeslagen, buiten het bereik van de atmosfeer.
Snelle smelt van zeeijs verklaard
‘We zijn getuige van een fundamentele omkering van oceaanstromingen op het zuidelijk halfrond, iets wat we nog nooit eerder hebben gezien, legt onderzoeker Antonio Turiel van ICM-CSIC uit. ‘Terwijl iedereen zich zorgen maakt over het mogelijke stilvallen van de Golfstroom in de Noord-Atlantische Oceaan, zien we dat de Zuidelijke Oceaan nu al ingrijpend verandert. Dat heeft wereldwijde gevolgen.’
Eén van die gevolgen lijkt het versnelde verdwijnen van het zeeijs rond Antarctica te zijn. Sinds die omkering in de stroming komt warm, CO₂-rijk water vanuit de diepte naar boven, wat het zeeijs van onderaf aantast. Dat zou de plotselinge en snelle afname van het zeeijs sinds enkele jaren kunnen verklaren, die wetenschappers wereldwijd heeft verrast.
Onzichtbaar wordt zichtbaar
Dit alles kon pas worden vastgesteld dankzij een technologische doorbraak. Tot voor kort waren satellietmetingen van het oppervlaktezoutgehalte in de Zuidelijke Oceaan nauwelijks mogelijk door de extreme kou en de voortdurende wisselingen in zeeijs. Onderzoekers van het Barcelona Expert Center (BEC) ontwikkelden daarom een nieuw gegevensverwerkingssysteem voor de Europese SMOS-satelliet, speciaal afgestemd op de grillige omstandigheden rond Antarctica.
‘Met die verbeterde technologie hebben we nu voor het eerst betrouwbare data over het zoutgehalte van het zeeoppervlak in dit gebied, vertelt onderzoekster Verónica González. ‘Daardoor kunnen we eindelijk een samenhangende verklaring geven voor het mysterieuze verlies van Antarctisch zee-ijs.’
Een kantelpunt in zicht?
De ontdekking is meer dan alleen een wetenschappelijke doorbraak. Het zet het belang van de Zuidelijke Oceaan in het wereldwijde klimaatsysteem opnieuw in de schijnwerpers. De verstoring van de SMOC kan ook andere grote oceaanstromingen beïnvloeden, zoals de bekende AMOC in de Atlantische Oceaan, die mede ons Europese klimaat regelt.
Het BEC en ESA zetten daarom stevig in op vervolgonderzoek. In 2025 starten er twee nieuwe projecten: ARCTIC-FLOW, dat zich richt op het gedrag van zoetwater en de dichtheid van het water in de Noordelijke IJszee, en CCI OSHF, waarin het warmtetransport aan het oceaanoppervlak wereldwijd wordt onderzocht.
‘We krijgen steeds duidelijkere signalen dat we kritieke grenzen van het klimaatsysteem naderen,’ waarschuwt onderzoekster Estrella Olmedo. ‘En dit keer kwam dat signaal uit een van de meest afgelegen en lastig te monitoren hoeken van onze planeet: de Zuidelijke Oceaan. Dankzij satellieten kunnen we nu zien wat voorheen verborgen bleef.’