Zou een winter zoals 1963 vandaag nog mogelijk zijn?

Foto boven: Op het ijs bij het Duitse eiland Rügen - Richard Peter

Nu we in de eerste vijf delen van onze serie uitgebreid hebben teruggekeken op de unieke winter van 1963, resteert één prangende vraag: kan een winter van dit kaliber zich in onze tijd nog voordoen? In dit vijfde en laatste deel proberen we die vraag te beantwoorden.

Advertentie

De weerverteller is deze week op wintersport. Daarom publiceren we twee series over twee van de bijzonderste winters van de vorige eeuw: de winters van 1979 en 1963. Dit is deel 6 van de serie over de winter van 1963.

Na de ongeëvenaarde winter van 1963 duurde het een tijdje voordat we weer een winter kregen die echt indruk maakte. De jaren zestig kenden nog wat winters met meer dan 100 Hellmannpunten, zoals die van 1964 en 1966. Indrukwekkend, zeker in vergelijking met de winters van de 21e eeuw, maar voor die tijd niet uitzonderlijk.

Op het ijs bij het Duitse eiland Rügen - Richard Peter
Op het ijs bij het Duitse eiland Rügen - Richard Peter

De opvolgers van 1963: Winters met een verhaal

De winter van 1970 was dat wel. Die kwam tot 141 Hellmannpunten. Maar vraag niemand naar die winter, want je hoort vrijwel niets. Het lijkt alsof er maar weinig verhalen aan kleven. Dat was wel anders met 1979: een echte winter, met langdurige kou en meer dan 205 Hellmannpunten in De Bilt. In Eelde, waar het meestal kouder was, liep het totaal zelfs op tot 251 punten.

Ook de jaren tachtig zorgden voor een reeks legendarische winters. Denk aan 1985 en 1986, beide met Elfstedentochten. Vooral 1985 leverde kou van formaat: bijna 194 punten in De Bilt en zelfs 217 in Eelde. Ook 1987, een jaar waarin de kou zich stevig liet voelen, is de boeken ingegaan. Maar zelfs deze indrukwekkende winters haalden het niet bij het kaliber van 1963.

De stille kracht van 1996

De jaren negentig leverden nog twee koude winters op: 1996 en 1997. Vooral 1996 sprong eruit, met een indrukwekkend Hellmanngetal van 150,5 in De Bilt. In Eelde piekte die winter zelfs op 254 punten, goed voor een zesde plaats op de ranglijst van koudste winters ooit. De winter van 1997 bracht ons bovendien de laatste Elfstedentocht.

Advertentie

De winters van deze eeuw

Sinds de eeuwwisseling hebben we geen echte koude winter meer meegemaakt. De winter van 2010 was de meest indrukwekkende tot nu toe, met 94,7 punten in De Bilt en 149 punten in Eelde. Dat klinkt indrukwekkend, maar verbleekt naast de cijfers van de vorige eeuw.

Wat zou een strenge winter nu betekenen?

Het lijkt erop dat Nederlandse winters steeds minder kou produceren. Klimaatverandering speelt hier ongetwijfeld een grote rol, maar ook de stromingspatronen die vroeger voor strenge winters zorgden, lijken minder vaak voor te komen.

Toch blijft het fascinerend om je voor te stellen hoe een winter zoals die van 1963 er in het huidige klimaat uit zou zien. Neem de vorstperiode van een week die we in 2021 meemaakten: deze leverde 35 Hellmannpunten op. Als je die intensiteit zeven weken achter elkaar zou hebben, zoals in 1963 gebeurde, zou dat uitkomen op ongeveer 245 punten. Dat is nog steeds ver verwijderd van de 337 punten van 1963, maar geeft een idee van wat er mogelijk zou zijn.

Zijn de stromingspatronen veranderd?

De kans dat een winter van het kaliber van 1963 zich herhaalt, lijkt echter klein. Een winter met een vergelijkbaar stromingspatroon zou in theorie nog kunnen, maar lijkt in de praktijk eveneens onhaalbaar. Daarvoor is de context nu heel anders dan toen. De opwarming van de aarde zorgt voor andere luchtdrukverdelingen, stromings- en temperatuurpatronen.

Interessant in 2021 was dat de aanloop naar de winter van 2022 in bepaalde opzichten leek op die van 1962, het jaar voor de grote winter. Zo zagen we een La Niña, een negatieve QBO-index en een vergelijkbare verdeling van zeewatertemperaturen. Ook de Madden-Julian Oscillation liet een patroon zien dat deed denken aan dat van toen.

In de winter van 2022 gebeurde echter niets

De winter van 2022 liet ons echter heel mooi zien dat we in een andere tijd leven. Niet de noordelijke hogedruk was oppermachtig, maar het subtropische hogedrukgebied had de teugels in handen. Het kwam meerdere keren naar het noorden en bracht erg zachte lucht met zich mee. Verder regeerde, als gevolg van de sterke zuidelijke hogedruk, de westcirculatie en werd het een natten en bijzonder zachte winter. Een deceptie eigenlijk, zoals meestal, tegenwoordig.

Conclusie: Kan een winter zoals 1963 nog?

Het type winter van 1963 zou in theorie nog mogelijk moeten zijn (al is dat zeer te betwijfelen), maar het kaliber waarschijnlijk niet meer. De opwarming van het klimaat maakt het onwaarschijnlijk dat we ooit nog zulke indrukwekkende Hellmanncijfers halen.

Toch zou het fascinerend zijn om een dergelijke winter in de huidige tijd mee te maken. Niet alleen om te zien hoe de natuur en de maatschappij erop reageren, maar ook om te leren wat er mogelijk is in ons veranderende klimaat. Dat het nog zover komt, lijkt onwaarschijnlijk.