De 42,9 graden van Deelen op 25-07-2019 is terecht afgewezen
Reinout van den BornHet hitterecord van Nederland staat sinds 25 juli 2019 op naam Gilze-Rijen. Daar werd het die dag 40,7 graden. Maar een meting, diezelfde dag gedaan op de vliegbasis Deelen bij Arnhem, spreekt nog altijd tot de verbeelding. Daar werd een temperatuur van 42,9 graden gemeten. Een waarde die vrijwel meteen door het KNMI werd afgewezen.
Hoewel al alweer 6 jaar geleden, is over die meting in Deelen toch weer enige polemiek ontstaan. Redacteur Marc Putto stelt in een artikel op de site Weer.nl dat de waarde van 42,9 graden toch aanvaard had moeten worden en dientengevolge als het warmterecord van Nederland zou moeten worden beschouwd. We lopen zijn redenatie na. En bieden een nieuw aanknopingspunt (een dichtbij aanwezige airco) om de gebeurtenissen van die dag te verklaren.

De aanloop was al bijzonder
Eerst even terug naar die epische 25 juli 2019. De aanloop was al bijzonder. Een dag eerder was het bijna 75 jaar geldende warmterecord van Warnsveld verbeterd. Ook dat gebeurde op de vliegbasis Gilze Rijen. Uiteindelijk eindigde de dag met een nog wat hogere temperatuur in Eindhoven. Daar kwam het nieuwe warmterecord dus heel even terecht.
Langer dan een dag stond het echter niet. Op 25 juli gingen de temperaturen nog verder omhoog. Het was een zonnige dag met een beetje cirrus. De bovenlucht was uitzonderlijk warm. Dankzij de volop schijnende zon schoten de temperaturen omhoog. Uiteindelijk was het Gilze-Rijen dat met een maximumtemperatuur van 40,7 graden het nieuwe warmterecord aantekende.
Vol verbijstering keken we naar Deelen
Maar ik herinner me nog goed hoe we diezelfde dag vol verbijstering naar de thermometer van Deelen bij Arnhem keken. Daar steeg de temperatuur tussen 13.43 en 14.18 uur razendsnel van 35,7 naar 42,9 graden. Om daarna weer vrij abrupt naar circa 37 graden te dalen. Ook op een hoogte van 10 centimeter werd deze spike waargenomen. Op een tweede meetlocatie, een kilometer bij het meetveld vandaan, deed de afwijking in de temperaturen zich niet voor.
Het duurde die dag niet lang of de waarde van Deelen werd alweer geschrapt. Vrijwel meteen had het KNMI redenen om de meting als verdacht aan te merken. In de periode daarna volgde een uitgebreid onderzoek. Inspecteurs van het KNMI bezochten de meetlocatie en spraken met de persoon die in het kantoor dat op de meetlocatie uitkijkt op het moment van de meting aanwezig was. Hij had gedurende het tijdstip van de meting niets bijzonders gezien.

Sensoren zijn onderzocht
Ook werden de sensoren meegenomen om bij het KNMI in De Bilt te worden onderzocht. Daarbij werden geen onregelmatigheden aangetroffen. Ook bleek niets mis te zijn met de lijn waarmee de data van de meetlocatie naar de apparatuur van het KNMI werden doorgespeeld. Op de locatie zelf werden verder geen onregelmatigheden aangetroffen. Toch bleef de meting, ook na op allerlei andere manieren tegen het licht te zijn gehouden, nog altijd verdacht.
Als extra maatregel werd de meetgeschiedenis van het station doorgespit. Daarbij werd nog een andere dag gevonden waarop het temperatuurverloop op de locatie zich op een onverklaarbare manier afspeelde. Dat gebeurde op 4 december 2018. Net als voor 25 juli 2019 kon geen meteorologische verklaring worden gevonden voor de spikes in de metingen op de locatie. Ook toen waren die afwijkingen er op het meetveld wel, maar op de back-up locatie niet.

Op de normale temperatuurkromme staat een driehoek
Bekijk je de meting van 25 juli 2019 in Deelen wat nauwkeuriger, dan zie je dat op het ‘normale’ verloop van de temperatuur die dag een soort driehoek staat. In het eerste kwartier vanaf 13.43 uur bedraagt de temperatuurstijging op een hoogte van 1,5 meter ongeveer 0,3 tot 0,5 graden per minuut. Daarna vlakt deze af naar 0,1 tot 0,2 graden per minuut. Om 14.18 uur bereikt de temperatuur zijn hoogste waarde van 42,9 graden. Daarna treedt een abrupte daling op tot ongeveer 37 graden, Een daling die een exponentieel verloop heeft. Dit betekent zoveel als dat de temperatuur in een min of meer rechte lijn omlaag gaat.
Dit is precies wat je verwacht als er een niet natuurlijke bron voor de plotselinge stijging van de temperatuur verantwoordelijk is, die vervolgens wordt uitgeschakeld. Op een meteorologische manier is een dergelijk verloop van de temperaturen niet te verklaren.
Putto denkt dat hete luchtbel de oorzaak was
Redacteur Marc Putto van Weer.nl gelooft wel in een meteorologische oorzaak. Hij verwijst naar het werk van professor doctor M. Minnaert, die het driedelige werk ‘De natuurkunde van het vrije veld’ schreef, meer dan een halve eeuw terug. Daarin wordt beschreven hoe extreem warme luchtbellen zich op enkele meters hoogte boven verhitte zandgrond kunnen manifesteren, op zeer lokaal niveau. Dat terwijl het op nog geen 30 of 50 meter ter weerszijden van deze hotspots aanmerkelijk minder warm wordt. Volgens Putto is het op die manier mogelijk dat megagrote verschillen van 3 tot 5 graden binnen nog geen 50 meter afstand van elkaar voorkomen.
De auteur van het artikel op Weer.nl houdt het er dan ook op dat het zo'n warme luchtbel is geweest die voor de snelle stijging van de temperatuur op het meetveld in Deelen verantwoordelijk was. Hij vindt dat die waarde alsnog goedgekeurd moet worden.
Verschillen komen voor, meteorologische wetten blijven gelden
Dat temperaturen van plek tot plek sterk van elkaar kunnen verschillen, staat vast. Het meetnetwerk van vrieskoujagers Karel Holvoet en Pieter Bliek in de duinen in Noord Holland laat dat bijna dagelijks zien. Tegelijkertijd zien we in de duinpannen dat het temperatuurverloop zich op die plekken wel netjes aan de meteorologische wetten houdt. In windstille nachten komen temperatuurkrommen uit de bus, zoals we die ook van de officiële weerstations kennen. Spikes, zoals die op 25 juli 2019 in Deelen optraden, treden daarbij niet op.
En stel dat zich op de locatie een hete luchtbel had gevormd, dan had die zich nooit zo lang op één plek kunnen handhaven. Hete lucht is lichter dan de minder warme lucht in zijn omgeving en zal meteen naar boven toe verdwijnen. En zal op die manier dus hoogstens zeer korte tijd van invloed op de temperatuur ter plaatse kunnen zijn. Daarvan was hier geen sprake.

Ongemakkelijke vaststelling
Dus blijven we met de ongemakkelijke vaststelling zitten dat we weten dat de meting van 25 juli 2019 niet klopte en dat een niet natuurlijke oorzaak ervoor zorgde dat de temperatuur plotseling zo uithaalde. Waarbij we nog altijd niet weten wat die oorzaak precies was.
Opvallend is dat zowel op 25 juli 2019 als op 4 december 2018, de twee dagen waarop bijzondere spikes in de temperatuurkromme te zien waren, de wind op de meetlocatie uit het oosten waarde. Voor 25 juli 2019 Is die windrichting nog wat specifieker bekend. Tijdens het snelle deel van de temperatuurstijging was de wind oostnoordoostelijk (windrichting 75 graden), tijdens het tragere deel van de temperatuurstijging oostzuidoostelijk (130 graden).
De uitgang van een airco
Bij het artikel, dat in het weertijdschrift Meteorologica over die bijzondere meting op 25 juli 2019 in Deelen is geschreven, staat een foto van het meetveld. Er vallen een paar dingen op. Vlakbij het meetveld bevindt zich, aan de zuidoostzijde, een kantoor waarop duidelijk de uitgang van een airco zichtbaar is. Verder staan in de buurt van de locatie enkele bomenrijen.
Op een luchtfoto is te zien hoe het meetveldje in noordwest-zuidoostelijke richting is georiënteerd. De bomenrij staat in een meer westnoordwest-oostzuidoostelijke richting. Je mag er vanuit gaan dat, omdat het kantoor die dag bemand was, de airco vanwege de hitte vol zal hebben aangestaan. Misschien was het wel zo dat de warme lucht, die door de airco naar buiten werd geblazen, door de heersende wind (in combinatie met de effecten van de bebouwing en de bomenrij) enige tijd bij de temperatuursensoren terecht is gekomen. Dat zou kunnen verklaren waardoor de temperaturen zowel op 1,5 meter als op 10 centimeter ineens stegen.
De draaiing van de wind maakte aan het effect een einde
De waargenomen draaiing van de wind maakte aan dit effect vervolgens een einde. Hierbij moet je bedenken dat de windmeter op enkele honderden meters van de meetlocatie staat. En dat de windrichting op het meetveld niet per se dezelfde hoeft te zijn geweest als die bij de windmeter. Zeker als je daarbij de effecten van de bebouwing en de bomenrij in beschouwing neemt.
Kortom: dat de waarneming van 20 juli 2019 door het KNMI vrijwel meteen als verdacht werd aangemerkt en daarom is afgewezen, is volledig terecht. De spike in de meting van die dag is op een meteorologische manier niet te verklaren, ook niet aan de hand van de vorming van hittebellen in het gebied. Die zouden te vluchtig zijn en slechts korte tijd invloed hebben.
Mogelijk heeft de airco dus invloed gehad
Een aanknopingspunt voor een mogelijke verklaring zou wel de aanwezigheid van de uitgang van een airco op het dichtbijgelegen kantoor kunnen zijn. Mogelijk is de combinatie van de oostelijke wind op de dag van de meting en de aanwezigheid van de bebouwing en een bomenrij op de meetlocatie er de oorzaak van geweest dat de warme lucht, die uit die airco werd geblazen, een tijdje bij de temperatuursensor terecht is gekomen en de spike heeft veroorzaakt.
Dat zou nog kunnen worden onderzocht. Het zou mogelijk ook verklaren waarom op 4 december 2018 eenzelfde effect optrad. Ook op het moment dat er een oostelijke wind waaide.