De aarde verdroogt en verliest structureel zoetwater
Reinout van den BornWe beleven in Europa een hete zomer, met zinderende lucht boven het asfalt en schaduw als een kostbare oase die we kunnen opzoeken als het echt te bar is.
Grote delen van Europa kreunen onder de hitte. In Zuid-Europa – van Griekenland tot Turkije, van Spanje tot het zuiden van Frankrijk – woeden felle natuurbranden. Ook Canada brandt, al maandenlang. De rook ervan trekt soms duizenden kilometers verder, en bereikt zelfs Nederland. Gisteren nog kleurde de hemel grijzig; vanochtend herhaalde het zich.

Wat we zien, zijn geen op zichzelf staande extremen meer. Het lijkt erop dat we getuige zijn van een nieuwe, verontrustende klimaatrealiteit: de continenten drogen uit.
Satellieten laten verlies zoetwater zien
Uit nieuwe satellietgegevens van NASA blijkt dat de aarde sinds 2002 structureel zoet water verliest, zo blijkt uit een publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Science. Jaar na jaar verdwijnen enorme hoeveelheden water uit de bodem, rivieren en ondergrondse voorraden. Elk jaar groeit het oppervlak dat verdroogt met een gebied twee keer zo groot als Californië. Het leidt tot zogeheten ‘mega-droge zones’, vooral op het noordelijk halfrond.
Het meest zorgwekkende is dat droge gebieden sneller droger worden dan natte gebieden natter. Het evenwicht verschuift. En dat gebeurt wereldwijd.
Grondwateronttrekking is de grote boosdoener
De grootste boosdoener is grondwateronttrekking. In veel delen van de wereld – zoals in Californië, India, het Midden-Oosten en ook in delen van Zuid-Europa – wordt grondwater sneller opgepompt dan het kan worden aangevuld. In feite is 68% van het wereldwijde waterverlies afkomstig van grondwaterverbruik in gebieden zonder gletsjers. En eenmaal verdwenen, komt dat water in veel gevallen niet meer terug. Niet op een menselijke tijdschaal.
Feitelijk leven we zo op de pof van toekomstige generaties.
Water dat van het land verdwijnt, komt in zee terecht
Wat veel mensen niet weten is dat de uitdrogende continenten nu meer bij aan de stijging van de zeespiegel bijdragen dan het smelten van de ijskappen op Groenland en Antarctica. Het klinkt contra- intuïtief, maar minder water op het land betekent meer water in de zee.

Dat wat we uit de bodem trekken en gebruiken, komt vroeg of laat – via rivieren, verdamping of afvloeiing – in de oceanen terecht. De zeespiegel stijgt daardoor sneller. En met elke centimeter komt het water dichter bij onze dijken, onze steden, onze kust.
Wat kunnen we doen?
Er is nog hoop. Terwijl wereldwijde klimaatafspraken soms stroef verlopen, kunnen we op het vlak van waterbeheer veel sneller schakelen. Door op nationale en internationale schaal duurzaam grondwaterbeleid in te voeren, kunnen we veel ellende voorkomen. Denk aan vormen van slimme irrigatie, regenwateropvang, minder verspilling en grootschalige heraanvulling van ondergrondse watervoorraden. Elke druppel telt. Letterlijk.
Het onderzoek brengt een van de meer zorgwekkende klimaatboodschappen tot nu toe. De aarde droogt uit. Onze voorraden zoetwater krimpen. En de zeespiegel stijgt daardoor sneller. Het is een stille crisis, onzichtbaar voor velen, maar niet minder urgent. Het is tijd dat ook het water een stem krijgt in het klimaatdebat. Want zonder water, geen leven.