In een tweede doorkijkje naar de komende winter, de verwachting komt tijdens de Wintermeeting op 23 november, bekijken we het zeer bijzondere gedrag van de poolwervel van nu. Die is extreem zwak uit de startblokken gekomen.
Eerder schreven we op deze site al over hoe de poolwervel, vrijwel meteen nadat hij weer op de weerkaarten was verschenen, al door warme lucht in de stratosfeer werd aangepakt. Dat is zeer ongewoon voor september. En datzelfde geldt voor de manier waarop dit gebeurde. Die hoort niet in september, maar in de wintermaanden thuis.
Straalstroom in de stratosfeer
De poolwervel is een straalstroom in de stratosfeer. Dat is de tweede laag in onze atmosfeer, het deel dat boven de troposfeer ligt. De troposfeer is dan weer de luchtlaag waarin al ons weer zich afspeelt. Normaalgesproken is er tussen de troposfeer en de stratosfeer maar weinig uitwisseling. Toch is die er af en toe wel. Bijvoorbeeld in de buurt van tropische buien of orkanen. In ons deel van de wereld ook als de Rossbygolven, die in de bovenlucht bij de hoge- en de lagedrukgebieden horen, met hun toppen in de stratosfeer steken.
Voor de poolwervel zijn de golven die over het noordelijke deel van het noordelijk halfrond bewegen van belang. In het zomerhalfjaar is er geen poolwervel. Doordat de zon in het poolgebied 24 uur per dag schijnt, is de stratosfeer er warm. Warmer zelfs dan die op enige afstand van het poolgebied, waar de zon in de nachten wel ondergaat. Op de grens van die twee luchtsoorten waait een oostelijke wind, in een cirkel rondom het poolgebied. Die oostenwind werkt de straalstroom eronder tegen. Die is in de zomer bij ons dan ook een stuk rustiger dan in de winter. En er trekken ook veel grotere bochten in.
In de herfst komt alles nog op gang
De herfst is een overgangsseizoen. In de troposfeer moet de straalstroom nog op gang komen, in de stratosfeer erboven koelt de lucht boven de Noordpool weer af, doordat de zon daar ondergaat. Tegelijkertijd zien we hoe de straalstroom in de stratosfeer boven de Noordpool weer omkeert, vanuit het westen gaat waaien en toeneemt. De poolwervel keert terug.
Doordat alles nog op gang moet komen, is er in september normaalgesproken geen mechanisme om de poolwervel meteen al aan te pakken. De golven op het noordelijke deel van het noordelijk halfrond zijn nog niet uitgesproken genoeg om al in de stratosfeer te steken, een stratosfeer die daarvoor nog te hoog ligt. En daarmee zou er ook geen mogelijkheid moeten zijn om daar de warmte te genereren, die de afkoelende poolwervel al aanpakt.
Dit jaar is alles anders
Dit jaar is echter anders. De poolwervel was nog niet op de weerkaarten verschenen, of hij werd al hard aangepakt. Blijkbaar kon er nu al wel warmte worden gegenereerd. Je zou aan de Hunga-Tonga vulkaan kunnen denken, als mogelijke veroorzaker van dit bijzondere fenomeen. In januari 2022 veroorzaakte die vulkaan een onderzeese uitbarsting waarvan de rookpluim tot een hoogte van 58 kilometer kwam. Daarbij is een enorme hoeveelheid waterdamp in de stratosfeer terechtgekomen, die zich inmiddels over heel de wereld heeft verspreid.
Waterdamp is een broeikasgas. In het zomerhalfjaar, als de zon veel schijnt, absorbeert waterdamp warmte van de zon. In temperatuurmetingen in de stratosfeer was die warmte de afgelopen maanden, op de plekken waar de waterdamp zat, ook goed terug te zien. In de winter, als er veel minder tot boven de Noordpool geen zon is, zendt de waterdamp langgolvige straling uit. Die zorgt er dan voor dat de stratosfeer juist sterker afkoelt.
Verklaring op de klassieke manier
Met die extra warmte in de stratosfeer vanuit het zomerhalfjaar nog beschikbaar, zou je de zwakke poolwervel van nu wellicht al kunnen verklaren. Maar een verklaring op de klassieke manier is ook mogelijk. Nog niet lang geleden zagen we de combinatie van een recordsterk hogedrukgebied boven Scandinavië en de Oeral, en de bijbehorende lagedruk daarvan stroomafwaarts, verder naar het oosten boven Azië en de Grote Oceaan. Het was een combinatie die we ook in de winter zien, voorafgaande aan grote opwarmingen van de stratosfeer, de zogenoemde SSW’s (Sudden Stratospheric Warmings). Feitelijk zou je de gebeurtenissen van de laatste tijd dus ook als een soort SSW kunnen zien.
Het is nu interessant om te volgen wat er gaat gebeuren. In reactie op SSW’s zie je vaak de vorming van hogedrukgebieden, ver naar het noorden. De straalstroom komt dan op een relatief zuidelijke positie te liggen en koude lucht, afkomstig van de Noordpool, kan vrij gemakkelijk naar het zuiden uitstromen. Omdat de koudepoel in deze tijd van het jaar nog niet zo groot is, is het daarbij de vraag of wij er al mee te maken krijgen. De kans lijkt groter dat het bij ons, door de zuidelijke ligging van de straalstroom, juist behoorlijk wisselvallig blijft.
In de winter een stuk spannender
Tijdens de wintermaanden is het, als zo’n situatie zich zou voordoen, een stuk spannender. Ook al zijn de winters in Europa door het veranderende klimaat tegenwoordig een stuk warmer dan vroeger, de koudepoel is af en toe nog wel groot genoeg om de winter ook tot bij Nederland te brengen. De laatste keer dat dit gebeurde, was in februari 2021. En ook die koude week werd door een langdurige SSW met meerdere hoogtepunten voorafgegaan.
Hoewel de poolwervel de komende 3 weken zwak blijft, is er in de weken daarna uitzicht op een duidelijke versterking. De eventuele gevolgen van de zwakke poolwervel van nu voor het weer op het Noordelijk Halfrond strekken zich mogelijk nog wel tot over de tweede helft van oktober uit. In die zin is wat er nu gebeurt, voor de winter mogelijk toch al interessant. De sneeuwbedekking op het Euraziatische continent, die nu al aan de hoge kant is voor de tijd van het jaar, kan zich als het in het noorden nog een tijdje relatief koud zou blijven, sneller dan in andere jaren uitbreiden. En dat is zeker wel van belang voor de ontwikkeling van de komende winter.
Het eerste doorkijkje naar de komende winter lees je hier.