Sneeuwstorm 1979: barre tochten naar de boer met voer
Reinout van den BornHet is vandaag precies 46 jaar geleden dat Nederland op 14 februari 1979 door een van de zwaarste sneeuwstormen uit de recente geschiedenis werd getroffen. Het noorden raakte van de buitenwereld afgesloten. Het vee in de stallen moest wel eten. Veevoederfabriek Van den Born bv in Terschuur stuurde enkele vrachtwagens op pad.
Peter van den Born uit Garderen, nu 86 jaar oud, was destijds één van de directeuren van het bedrijf. Hij vertelt het verhaal van toen nog een keer.

’t Was donderdag 14 februari en onze klanten in Friesland, rundveeboeren, werden steeds onrustiger. De silo’s raakten leeg en de koeien kregen honger.
Er was maar een oplossing: er moest voer worden gebracht. Ik had al een vaag vermoeden dat het een zware dag ging worden. Eerder die week moest ik door sneeuwduinen ploegen van Nieuw Milligen naar Garderen en de hele nacht was het door blijven waaien. Volgens de nieuwsberichten stoven de wegen in het noorden vol en werden onbegaanbaar.
Een klant uit Follega belt
Vroeg in de morgen kreeg ik mijn eerste telefoontje van een klant uit Follega, dat zijn dat zijn silo leeg was en dat de koeien honger hadden. Ik kon hem geruststellen, we hadden de situatie al doorgenomen en we wisten wat ons te wachten zou staan.

Twee jonge chauffeurs zagen het wel zitten en durfden het avontuur aan. We besloten met in ieder geval twee vrachtauto’s te gaan, met sneeuwkettingen en een trekstang. Stel dat de voorste vrachtauto vastraakte, dan kon de tweede zijn volledige drukkracht inzetten, om zo samen door de sneeuwduinen heen te ploegen.
We laadden de vrachtwagens en met 40 ton drukkracht, sneeuwkettingen, een trekstang en vol goede moed begaven de chauffeurs zich op weg.
Bij Emmeloord foute boel!
Vanaf Terschuur tot aan Emmeloord was er weinig of niets aan de hand. Vanaf Zwolle begon het door sneeuwproblemen wat lastiger te worden en bij Emmeloord was het foute boel. Rijkswaterstaat had de weg afgezet en ze konden niet verder.
Harry en Dick, onze chauffeurs, keken elkaar eens aan en hun blik zei genoeg. Op een goed moment, niet zo lang daarna, moesten de mannen van Rijkswaterstaat naar een ander knelpunt. Harry en Dick stapten in hun bulkwagens en vervolgden hun weg eveneens, verder door naar de klanten in nood.

Tot aan de afslag bij Lemmer naar Follega gaf dat weinig problemen. Er lagen sneeuwduinen op de weg, maar daar konden ze zonder hulp doorheen komen. Toen ze van de hoofdweg af moesten en een kleinere weg naar de Brekkenpolder insloegen, begon de ellende.
Een sneeuwduin reikt tot de voorruit
Een sneeuwduin, die tot aan de voorruit reikte, versperde de weg en de eerste auto reed er prompt in vast. Hij kon niet meer voor- of achteruit. De tweede auto kon nu zijn extra motorkracht tonen. De trekstang werd aangebracht, de sneeuwkettingen aangetrokken, de motoren brulden en samen ploegden ze door de eerste duin heen.
Hierachter lag een stuk weg met daarop een dikke sneeuwlaag, maar die 40 centimeter konden ze samen met gemak aan. Toen ze dit eerste stuk hadden overwonnen, keken ze elkaar eens aan, lachten en zeiden: ’dit gaan we rooien’!

Een half uur later stonden ze in een sneeuwduintje bij de boer op het erf. De boer was ongelooflijk blij, zelfs zijn koeien lieten horen dat ze op hun gemak waren gesteld, het voer kwam eraan!
Er lag nog een lange weg voor hen
Bij deze eerste klant losten ze 10 ton, bij de beide anderen hetzelfde. Ondertussen waren de boeren goed voor hen. Koffie en koek kregen ze en zo ze wilden, een berenburgertje. Dat laatste weigerden de chauffeurs, er lag nog een lange weg voor hen.
’s Avonds om tien uur was de laatste klant tevreden gesteld en net voor middernacht waren ze weer thuis. Klus geklaard!
Ondanks de late thuiskomst, stonden de mannen de volgende morgen om half acht alweer klaar. Nu was het vanuit Dedemsvaart dat er een noodkreet klonk, van een klant die voor zijn varkens geen voer meer had.
Opnieuw door het barre winterweer op weg
Chauffeur Dick hield het voor gezien, hij kon het niet meer aan. Harry wilde nog wel een ritje wagen en kreeg hulp van Hein, die dit ook wel een wilde meemaken. De vrachtwagens werden weer volgeladen, de kettingen in de bak gelegd en de trekstang ernaast. Opnieuw gingen ze door het barre winterweer op weg.

Hier gaf het tot Zwolle geen problemen, de weg was schoon en er was weinig verkeer. Het begon pas te spannen toen ze de weg naar Dedemsvaart insloegen. Zo ver ze konden zien, waren er sneeuwvelden en sneeuwduinen.
Ook nu werd de ‘vereende kracht’ in stelling gebracht. De grootste klus vormden de sneeuwkettingen. Het was vinnig koud en je zat daar naast een wiel waar de wind omheen blies en geen genade kende. Goede handschoenen hielpen wel tegen de kou, maar belemmerden het werk.
Een jute zak voor de grill
Gelukkig waren ze weer met zijn tweeën en na een tijdje kou lijden was de klus geklaard. De cabine was ook koud en om de warmte wat te bewaren, hadden ze een jute zak voor de grill gespannen om zo wat extra warmte te verzamelen.
Alles in gereedheid gebracht hebbend, bonden ze de strijd met de sneeuw aan. Het was zwaar, heel zwaar, maar gezamenlijk konden ze er toch doorheen komen; met één vrachtauto hadden ze dit nooit gered.
De snelheid was niet groot maar ze kwamen er wel en bereikten de klant die zich op dat moment in de stal bevond. Hij had niets gehoord en niets verwacht. Harry tikte hem eens op zijn schouder en zei: ‘Hé wakker worden, we hebben voer voor je!!

De klant schrok zich wezenloos
De klant schrok zich wezenloos en ging bijna door het dak. Hij had de moed al lang opgegeven dat er iemand zou komen en daar waren ze dan toch. Uiteraard ging de vreugde de boventoon voeren en losten ze de bulkwagen. Varkens en boer knorden van plezier.
Na zich wat te gebben opgewarmd en wat gedronken en gegeten te hebben, moesten de chauffeurs weer naar huis. Rijkswaterstaat had niet stil gezeten, maar schone weggedeeltes waren opnieuw ondergestoven en maakten de thuisreis zwaar. De geslaagde rit vergoedde echter veel. Ook nu waren ze weer laat thuis.
De volgende dag brak aan en in Friesland waren er nog steeds problemen, dus rukten we voor de derde keer uit. Zelfs nu zag Harry geen problemen om achter het stuur te gaan. De grote doorgaande wegen waren schoon, de kleinere leverden nu minder problemen op en weer lieten ze blije boeren achter.

Dan nog een ijzelverhaal
Harry herinnert zich deze dagen nog alsof ze gisteren plaats hebben gevonden en daarom knoopt hij er nog een ‘ijzelverhaal’ achteraan, van de periode vóór de sneeuw.
Het had dagen lang geijzeld en de wegen waren onbegaanbaar. Maar de dieren wisten dat niet en kregen honger. En we rukten uit.
Harry ging dit keer alleen en had geluk achter een strooiwagen te kunnen rijden. Het ging niet snel, maar het was wel veiliger. Dit ging goed totdat tot zijn verdriet de strooiwagen een enorme zwieperd maakte en muurvast in de berm kwam te zitten.
Zwaar beladen bulk op het ijs in het voordeel
Langzaam ging het verder en zonder brokken bereikte hij de boer. Een zwaar beladen bulkwagen had nu eenmaal meer grip op de weg dan een strooiende auto die langzaam maar zeker lichter werd. Harry bereikte de boer zonder in de problemen te raken.

De klant had de bui al zien hangen en had de schaatsen ondergebonden om zo bij de bulkwagen te kunnen komen en vandaar weer in de stal. Samen koppelden ze de slangen aan, waar ze zich mooi aan konden vasthouden, en het voer werd gelost.
Maar toen doemde een nieuw probleem op. De oprit naar de stal helde wat en terugrijden kon je vergeten. De wielen tolden rond maar de auto bleef mooi op zijn plek staan. Maar ook hier wist de klant een mooie oplossing voor. Op de schaats en met de handkar achter zich bestrooide hij de hele oprit met kuilvoer. Wie niet sterk is, moet slim zijn en voorzichtig maar zeker reed Harry zijn auto weer naar de weg en zo terug naar huis.
Meer over de winter van 1979:
Kerst 1978: een ongelukkige ponyrit als inleiding op monumentale winter
Winter 1979: een sneeuwstorm, polar low en een winter vol verrassingen
Winter 1979: IJzel, sneeuw en een winter die maar niet wil wijken
Winter van 1979: de sneeuwstorm die Nederland in februari stillegde
De winter van 1979: een ijskoud avontuur vol saamhorigheid en spektakel