Genieten van een weersverwachting die niet uitkomt
Reinout van den BornVoor veel meteorologen is een weersverwachting die niet uitkomt een nachtmerrie. Anderen vinden ze leuk. Je leert ervan. Bovendien laten ze zien dat je als meteoroloog nog altijd een toegevoegde waarde kunt hebben; niet onbelangrijk voor het vak.
Ik hoor bij de groep die blij wordt van een foute verwachting. Het is mooi om te zien dat het weer, ondanks de uiterst hoogwaardige middelen die we tegenwoordig tot onze beschikking hebben en de grote kennis waarover meteorologen beschikken, toch soms zijn eigen gang gaat. Gisteren was daar een mooi voorbeeld van. Ik heb er de hele dag van genoten.

Foute verwachtingen zijn van alle jaren
Foute weersverwachtingen zijn van alle jaren. Een paasweekend dat totaal verregent bij temperaturen tussen 5 en 8 graden, terwijl je zonnig weer en 20 graden had verwacht. Of die lange hittegolf, die onverwacht in twee stukken wordt gezaagd, doordat het restant van een onweerscomplex vanuit Frankrijk in De Bilt net roet in het eten gooit. Weg is je potentiële record. En wat heerlijk dat het weer toch weer zijn eigen gang ging.
En zijn natuurlijk ook drastischere voorbeelden van verwachtingen die niet klopten. Denk aan de Hemelvaartsstorm die Nederland op 12 mei 1983 vanuit het niets trof. Op sommige plaatsen kwam het kortdurend tot een winkracht 11, met zeer zware windstoten.
Voor KNRM was het een rampdag
Niemand had hem aan zien komen. Voor de Koninklijke Nederlandse Reddingmaatschappij, de KNRM, was die 12de mei 1983 een gedenkwaardige dag. Een rampdag. Tientallen jachten en een groot aantal surfers kwamen in moeilijkheden.
Er waren 12 reddingboten en een lijnwerp- en wipperploeg in actie. De bemanningen waren in totaal 58,5 uur in touw om 71 personen te redden, 17 jachten binnen te slepen, 2 jachten te begeleiden en 3 surfers uit het wilde water te vissen. Bovendien rukten zij uit voor 9 jachten, 1 plankzeiler en 2 drenkelingen, zonder die daadwerkelijk hulp te hoeven bieden. Kortom, een dag om niet snel te vergeten.
De onvergetelijke winter van 1979
Het summum van een periode waarin de verwachting uiterst complex was, deed zich gedurende de winter van 1979 voor. Nederland bevond zich vele weken achtereen in het grensgebied tussen zeer koude lucht in het noorden en erg zachte lucht in het zuiden.
Die grens tussen de twee luchtsoorten zwabberde voortdurend over ons land heen en weer en maakte dat het maken van precieze verwachtingen vrijwel onmogelijk was. Bijna dagelijks werd de definitieve dooi aangekondigd, geen enkele keer kwam die verwachting uit. Steeds weer vocht de winter terug en hadden we te kampen met ijzel, sneeuw, sneeuwjachten en lage temperaturen. En natuurlijk de overlast die daarbij hoorde. Onwillekeurig vraag je je nu af hoe het de verwachting in zo’n winter in deze tijd zou zijn vergaan.
Ook de afgelopen dagen een overgangszone
Ook de afgelopen dagen hadden we met een overgangszone te maken. Dinsdag werd het nog warm met temperaturen tot 24 graden in het noordoosten en oosten van het land. In de loop van de middag en avond drong de overgangszone met veel koelere lucht vanuit het zuidwesten het land binnen. En vielen op diverse plaatsen eindelijk weer eens buien. De neerslag was grillig verdeeld. Het noordoosten kreeg het meest, op andere plaatsen was het minder.
Voor de periode van gisteren, vandaag en morgen zag het er vervolgens naar uit dat die overgangszone net ten oosten van Nederland boven het westen van Duitsland zou komen te liggen. Met Nederland wel onder de bewolking, maar de meeste regen over de grens. Net het uiterste oosten van het land zou er af en toe nog iets van mee kunnen krijgen.
Het ging toch anders
Het ging toch anders. Voor de verificatie van de modelberekeningen zal het weinig hebben uitgemaakt, maar in een klein land als Nederland doet iedere verandering er ten opzichte van een eerder gemaakte verwachting wel degelijk toe.
Om een lang verhaal kort te maken, de regenzone kwam gisteren een kilometer of 50 tot 100 westelijker uit. En tot mijn volledige instemming begon het ook in mijn woonplaats Velp in de loop van de ochtend te regenen. Waarna het de rest van de dag, op korte onderbrekingen na, niet meer droog werd.
De gestage regen werd door de natuur met gejuich ontvangen. Zonder dat ook maar iets wegstroomde, kwam het water volledige ten goede aan begroeiing en bodem. Je zag het met het uur groener worden. Ook de afgelopen nacht en vanochtend viel nog af en toe wat regen en bleven bodem, planten, struiken en bomen nat. Het was genieten na al die droogte.
Overgangszones blijven een uitdaging
En wat hebben we hier als meteoroloog van geleerd? Dat het uiterst precies positioneren van een zuid-noord gerichte overgangszone, ook in de moderne tijd met al zijn technische mogelijkheden, nog altijd een lastige zaak is. En dat is natuurlijk goed om te weten.